Terwijl we in Paamiut een week wachten op de uitslag van
onze Corona-test, wennen we aan Groenland. Een deel van de tijd brengen we met
plezier door op het politiebureau. Wachten duurt erg lang, uiteindelijk
vertrekken we zonder test-uitslag om de uitgestrekte Groenlandse kust te
verkennen.
In het vorige blog zijn we geëindigd met het (niet zo
vriendelijke) ontvangst in Paamiut. De eerste nacht brachten we voor anker door
in afwachting van toestemming om Groenland te mogen betreden. Volgende ochtend
mochten we naar de kade en werd door de inmiddels ontdooide politie een corona
test en stempel in ons paspoort geregeld. De Deense politieman Caspar werd onze
gids, tolk en wifipunt. Een in Groenland gedetacheerde Deense agent moet van
alle markten thuis zijn. Hij vindt het duidelijk leuk wat aanspraak en wat te
doen te hebben.  |
Op de kade is het een bijzonder rommeltje, couleur locale:-) |
Na de coronatest en het scoren van een telefoonkaartje op het
postkantoor wandelen we door het dorp terug naar de boot. In verwondering
kijken we rond in het dorp. Met 1300 inwoners de op tien na grootste plaats van Groenland. Veel houten huizen in diverse kleuren en staat van onderhoud.
Heel
populair is hier ook een gevelbekleding van golfplaat. Maar met een vrolijk
kleurtje best leuk en heel praktisch. Vroeger kon je aan de kleur van het huis
het beroep van de eigenaar aflezen. Veel mensen zijn tegenwoordig werkloos,
maar of dat de reden van de huidige vrije kleurkeuze is weten we niet.  |
We zijn blij verrast door de vele bloemen die we aantreffen. |
Er is
ook een wijkje met troosteloze galerijflats. Opvallend is dat mensen naar
buiten trekken en op bankjes (er zijn veel hoekjes/veldjes en soort muziektentjes
met bankjes) zitten te kletsen in dikke jassen. Het valt ons op dat er veel
auto’s rijden. Heel bijzonder als je nagaat dat de dorpen in Groenland niet
zijn verbonden met wegen (alle transport is per boot of vliegtuig/helikopter).
 |
Met de Chrysler naar het vliegveld heen en weer. |
De grootste afstand die je in Paamiut kan rijden is de 2,5 kilometer naar het
vliegveld buiten het dorp. Alles is op wandelafstand. Toch zien we de
taxichauffeur die naast de kade woont af en aan rijden. De eerste middag
brengen we door met opruimen en klussen. Het verzoek van Caspar is dat we
zoveel mogelijk afstand houden van de bewoners zolang we nog geen negatieve
uitslag van onze test hebben. Het is inmiddels flink koud zo noordelijk dus de
kachel in de voorpunt sluiten we (Stef dus) eindelijk aan. We gaan op tijd naar
bed om verder bij te slapen. Midden in de nacht wordt er geklopt. Een visser op
de kant, hij wijst op een groot vissersschip en geeft aan dat dit de ligplaats
is van dat schip. Zij gaan liever niet aan onze buitenkant. Dat vinden wij ook
geen goed idee. Snel kleren aan en losgooien. De visser is erg aardig, spreekt
goed Engels en helpt met losgooien. Na 10 minuten maken we aan de buitenzijde
van de visser weer vast. Kletsen nog even met de jonge vissers die wel benieuwd
zijn naar onze boot. Als dank en excuus voor de nachtelijke activiteit krijgen
wij een plastic tas met 3 diepgevroren wilde zalm. Lekker. Op ons verzoek om 1
zalm, omdat we het met zijn tweeën anders niet op kunnen, halen ze hun
schouders op “gekke buitenlanders, hoe kun je nu te veel vis hebben”. Ze leggen
de zak op dek en wij moeten morgen als het ontdooid is er maar 1 uithalen. Na
een uurtje in de kou duiken we ons warme bed weer in.
Onze tweede dag (5 augustus) in Groenland brengen we in verwondering
(en nog steeds een beetje slaperig) door. We gaan in de ochtend naar het
politiebureau voor de wifi. We mogen bij Caspar in het kantoor zitten. Kletsen
over Groenland terwijl we informatie verzamelen op internet, onze mail ophalen
en contact hebben met verzekering en bank. We krijgen te horen dat onze
bootverzekering Groenland niet dekt. Heel vreemd, ze weten al heel lang dat dit
in onze planning zit en daar is nog nooit iets over gezegd. Wij sturen een mail
voor toelichting hoe dit kan. We appen ook met het thuisfront: “Hoi, ik zit in
Groenland op het politiebureau….”. Het klinkt wel grappig, gelukkig kunnen ze
er thuis ook om lachen.
Met de Groenlandse agenten bestuderen we een kaart om te
kijken waar we een dagtocht naar toe kunnen maken. De fjord om de hoek is
volgens hen niet zo mooi, we moeten 1 verder voor een mooie gletsjer. Ze
schatten onze snelheid wel erg hoog in, dat halen we nooit in 1 dag en door de
dieptes en het ijs in de fjorden kan je er niet in ankeren. We blijven
voorlopig maar even in Paamiut op de uitslag wachten. Caspar hoefde maar 2
dagen van de aangegeven 5 te wachten, dus wij zijn hoopvol op een snelle
uitslag. In de middag gaan we aan de slag met de zalmen. De vissers zijn
verdwenen en wij scoren toch maar alle drie de vissen. S’avonds komen er twee forse
zalmfilets uit de oven, heerlijk.
6 augustus houden we ons de hele ochtend bezig met het
plannen van de tocht in Groenland. We hebben nieuwe info en het blijkt dat de
vergunning voor het varen langs de oostkust 12 weken van te voren aangevraagd
moet worden en een geweer verplicht is. Een tocht langs die kust valt dus af. Na
de lunch wandelen we het dorp in. We komen bij de kerk in een heel oud stukje
van het dorp.
 |
Kerk in het historische stukje van Paamiut |
Door de stratenmaker (geen woord Engels) worden we het museum
ingestuurd. De schoolmeester brengt zijn zomervakantie in dit museum door omdat
de museum medewerker op vakantie is. Deze zal er dus alleen buiten het seizoen
zijn als er helemaal geen toeristen komen ?!? De schoolmeester gaat toch niet
op vakantie, vliegen is te duur en hij heeft last van zeeziekte. Dan zit je dus
best wel vast in dit dorp. De man is een Deen die hier al zeker 20 jaar woont
en ook erg veel over Paamiut en omgeving weet. Hij verteld honderd uit bij de
oude voorwerpen en kleding. Er staat een pop met de kleding van de Inuit, een
vrouw met mooie rode laarzen van zeehondenvel. Daaraan kon je zien dat ze
getrouwd was. Alleen getrouwde vrouwen hadden rode laarzen, ongetrouwde moesten
het doen met witte. Wel praktischer dan een ring, die vriest hier toch maar aan
je vingers vast. Er is ook veel informatie over de uranium mijn om de hoek.
Hier heeft een tiental jaren mijnbouw plaatsgevonden. Uit milieu- en gezondheidsoverwegingen
heeft de Groenlandse overheid deze gesloten. Het verklaart voor ons de
belangstelling van Trump voor Groenland. (Hij heeft recent Denemarken een bod
gedaan om dit stukje land van ze te kopen). De schoolmeester vertelt ook een
Groenlandse legende over een vrouw op de bodem van de oceaan. Zij is boos op de
Inuit omdat ze alle troep die zij in zee gooien in haar lange haar krijgt. Uit
nijd heeft ze alle beesten uit de zee bij Groenland weggehaald en lijden de
Inuit honger. Een dappere Inuit heeft het haar schoon gekamd. Zij blij en de
beesten weer terug in Groenland. Het is een waarschuwing aan de Groenlanders om
zuinig op de zee te zijn.
 |
Ook buiten het museum is er veel moois te zien |
Helaas vinden we ook hier, net als in de rest van de
wereld, in de buurt van het dorp een hoop troep langs de waterkant. De
schoolmeester heeft de legende helaas nog niet aan zijn leerlingen weten over
te brengen. In een bijgebouw staan een paar mooie exemplaren van oude met
huiden beklede kano’s. Het binnenwerk/geraamte bestaat uit kleine met leer aan
elkaar geknoopte latjes. Hout is/was zeldzaam op Groenland door de afwezigheid
van bomen. Men moet het doen met van ver aangespoelde takken en bomen. We
hebben een gezellige en informatieve middag vanachter ons mondkapje.
 |
In musea en kunst wordt de oude cultuur bewaard |
Op de
terugweg wandelen we langs het politiebureau om mail op te halen. Gelukkig
bericht van de verzekering, ze hadden een foutje gemaakt. Wij zijn gewoon verzekerd.
 |
Kleurrijke buitenwijk |
Terug bij de boot staan Caspar en collega op ons te wachten.
We kletsen over ons bezoek aan het museum, is Caspar nog niet aan toegekomen.
Hij weet wel te vertellen dat afval op Groenland lokaal verbrand wordt, er is geen
recycling. Wel staan her en der glasbakken maar wat daar mee gebeurt is
onbekend. Verder hebben ze slecht nieuws voor ons. Men is vergeten om onze
corona-test op te sturen naar Nuuk. Waarschijnlijk is het ook vandaag niet met
het vliegtuig meegegaan. Wij balen, zo duurt het wel erg lang. Wel beleven we
ook hier in de haven het ijzige Groenland, er drijven af en toe kleine ijsbergjes (bergy bit (medium) of growlers (mini))
de haven in.
 |
Klein ijsblokje, een growler |
Tegen de avond gaat de cob (BBQ) aan met natte houtsnippers
om de resterende vis te roken. Drie filets gaan van de cob direct in een vacuüm
zak en verdwijnen in de bilge (momenteel kouder dan de koelbox). We hopen dat
we ze zo lang kunnen bewaren (tip van Jacco). De filet die direct gerookt en nog
warm is eten we op en is alvast heerlijk. Er bij hebben we zelfgemaakte pizza
en cheesecake. We kunnen met walstroom weer eens de oven gebruiken en daar
maken we dankbaar gebruik van.
7 augustus worden we wakker na weer een onrustige nacht.
Midden in de nacht zijn vanuit een klein bootje 4 rendieren op onze buurboot over
geladen. Het jachtseizoen is net geopend en de broer van de buurman heeft een goede
jacht gehad. In de ochtend zijn we van nabij getuige van het villen en slachten
van de beesten op de multi-purpose vissersboot naast ons.
 |
Nieuwe buurman/vrouw begroet ons als we de kade opklimmen |
In de middag vertrekt
de jager met twee karkassen in een klein open bootje met één buitenboordmotor
naar Nuuk. Een tocht van circa 300 mijl (ca 550 km), grotendeels kan dit beschut
langs eilanden die voor de kust liggen maar toch een hele tocht. Bikkels die
Groenlanders. De dag vullen we met de was, water maken, kachel optimalisatie en
tochtplanning. We krijgen steeds meer zin om de lijnen los te gooien en het
ongerepte Groenland te verkennen, als we maar eens onze testresultaten zouden krijgen.
Zolang we geen resultaat hebben houden we zoveel mogelijk afstand van de mensen.
Maar inmiddels zijn we door onze verse groenten heen en brengen we een bezoekje
aan de Brugsen supermarkt. Net als overal; desinfectie bij de ingang en binnen
een mondkapje op. Zeker voor ons van buiten, van de lokale bevolking doet
ongeveer de helft het. Groenland is, na een paar gevallen in Nuuk in maart, corona
vrij. In de supermarkt worden we verrast door het grote assortiment verse
groent en fruit. Alle groenten die je in de Denemarken vind liggen ook hier in
het schap, en van goede kwaliteit.
 |
IJs in Groenland, het is ten slotte zomer! |
Doordat alles hier gesubsidieerd is is het
nog te betalen ook.
Dan is het zaterdag en zijn we al 6 dagen in Paamiut. Erg
leuk maar de tijd dringt om verder te trekken. Klinkt raar begin augustus, hoog
zomer onder de stralende zon, maar we maken ons wel een beetje zorgen over de tocht
die nog komt. De zomer is hier maar kort en we willen echt niet invriezen. We sms-en
met Caspar en het ziekenhuis. Nog geen uitslag. Wij besluiten morgen verder te
varen. Caspar gaat zorgen dat we de uitslag via de mail krijgen. Voordat we in
het volgende dorp komen zijn we weer een paar dagen verder en hebben we vast
wel resultaat. We tanken diesel en maken water voor het vervolg van de tocht. Er
was ons wel eens verteld dat in de kou de watermaker niet zou werken. Dit is
gelukkig niet waar en wij zijn nog steeds blij met deze aanschaf en hebben
altijd vers, schoon drinkwater tot onze beschikking. We gaan op zoek naar de
havenmeester maar vinden hem niet.
 |
Paamiut heeft twee haventjes met kleine motorbootjes en ruim 300 m kade, maar nergens de havenmeester |
We vragen her en der maar niemand kan ons
helpen de man te vinden, ook op onze marifoonoproep wordt niet gereageerd. Geen
idee hoe we het havengeld af kunnen rekenen. Bij het tankstation op de kade
kijken ze ons aan alsof we gek zijn. “Zoeken jullie een havenmeester om te
betalen? Geen idee hoe je dat doet.” Eind van de ochtend wandelen we nog een
keer door het dorp.
 |
Gezellige Groenlanders |
Ontmoeten er een stel stomdronken vrolijke Groenlanders die
met drie lege bierkratten onderweg zijn naar de supermarkt voor een nieuwe
lading. Ze willen erg graag met ons op de foto. Wel een bewogen beeld want ze
staan te slingeren op hun benen. Het zijn wel de eerste dronken Groenlanders
die we zien. Van Caspar weten we inmiddels dat hij als politieagent rond het
weekend hele nachten in touw is om ruzies en ander drankgelag te beslechten. Wij
slapen dan en krijgen er niets van mee. In de middag maken we de bijboot klaar
voor het vervolg van onze tocht en maken nog een wandeling naar het vliegveld.
Zodra we buiten het dorp zijn is het doodstil. We horen alleen wat vogeltjes
fluiten. Het is er heel groen en we zien vele verschillende bloeiende plantjes
en mossen. Een zeearend volgt onze wandeling van veilige afstand.




Zondag 9 augustus verwachten we om 10 uur Caspar voor een
afscheid. Maar niets. Tegen 11 uur bellen we en neemt hij slaperig op. Hij lag
pas om 8 uur vanochtend in bed, de hele nacht in touw geweest. Om 7 uur was hij
nog even langs de boot gelopen maar zag hij ons niet. (Wij slaapkoppen 😊)
Wij nemen via de telefoon afscheid en bedanken hem voor de goede zorgen. Bij de
buren schalt een kerkdienst en het is verder doodstil op de kant, niets waaruit
wij kunnen opmaken dat het onrustig is geweest. Blijkbaar heeft Paamiut ook een
ruiger randje waar wij geen kennis mee hebben gemaakt.
Om 11 uur varen we de haven uit, de dichte mist in, Paamiut schijnt er om bekend te staan. We
zijn benieuwd hoe de rest van Groenland er uit ziet. We zullen het ontdekken
als dat gordijn open gaat.  |
Waar gaan we naar toe? |