Vanuit Beaufort, North Carolina trekken we in etappes noordwaarts,
naar Camden in Maine. Grote plaatsen mijden we net als havens en drukke
gelegenheden. Cruisen in corona tijd geeft een andere dimensie aan reizen. In
deel 2 reizen we door de noordelijkste staten.
|
Klassiek zeilen in de US |
Cuttyhunk is een klein eilandje in de buurt van Martha’s
Vineyard bij het befaamde Cape Cod. Het is onze eerste plek in de noordelijke
staten. Het heeft een hele mooie beschutte baai waar we heerlijk rustig voor
anker liggen omgeven door duinen. Een schitterend rustig plekje. We blijven een
dag en maken een lange wandeling. We zien veel soorten vogels en in een vijver
enorme grote lawaaierige brulkikkers.
|
Cuttyhunk met mooie beschutte baai, het stipje achteraan is LJS |
In de zomer wonen er 250 mensen, in de
winter slechts 10. Er zijn momenteel nog bijna geen toeristen. Ter
voorbereiding op het seizoen al wel veel corona maatregelen en waarschuwingen,
veel meer dan we in het zuiden hebben gezien. Tijdens de wandeling struikelen
we over de bordjes die iedere 50 meter aangeven dat je afstand moet houden, je
handen moet wassen, etc. Mensen om afstand van te houden komen we niet tegen. Er
is een klein buiten standje op de haven waar ze taco’s verkopen. De hygiëne
maatregelen zijn driedubbel doorgevoerd. Handschoenen wisselen per klant, op de
hele haven (buiten) is een mondkapje verplicht. We maken een start met het
schoon krabben van het onderwaterschip dat sinds het vertrek uit de Carieb al
weer flink aangegroeid is. Het is even wennen, de temperatuur van het water is
van 27,5 bij Portsmouth naar 24 graden gegaan. Manon schildert nog een beetje
en we komen weer bij van onze meerdaagse tocht. Kost toch altijd een dag
voordat we weer helemaal uitgerust zijn.
Op 1 juli zeilen we via de mooie kliffen van Martha’s
Vineyard naar Lake Tashmoo. Dit is een klein binnenmeer dat bereikbaar is via
een nauwe ondiepe ingang. Dan zijn wij altijd blij met LJS die als het moet
maar 90 cm steekt. We gaan voor anker aan het einde van het meer compleet
beschut door bomen. We spotten een paar visarenden die in de bomen nestelen.
Het ligt er vol met houten zeilbootjes die typisch zijn voor deze streek.
|
Erg druk met locale bezoekers en boten |
|
Klassieke lijn, typische boten met mast voor op de boeg |
In
Nederland is net een documentaire over Cape Cod en Martha’s Vineyard op TV. Het
thuisfront is onder de indruk van de mooie omgeving waar we varen maar
waarschuwt voor de grote toestroom van witte haaien in dit seizoen. Ze komen
hier op zeehonden jagen. Oeps, toch maar even selectief zijn in de locaties
waar we het onderwaterschip schoonmaken. Het is ook niet voor niets dat de film
Jaws hier is opgenomen. In de middag krijgen we slecht nieuws, Canada lijkt ook
in juli niet open te gaan. Het is voor ons wel heel ver varen naar Groenland
(zeker gezien het wat minder stabiele weer in de regio) als we geen tussenstop
in Canada kunnen maken. We zien nog één tussen honk, twee kleine Franse eilandjes
die ten zuiden van Newfoundland liggen. We sturen een mail naar de havenmeester
of ze open zijn. Onze ervaring tot nu toe is dat Frankrijk open (met
quarantaine) is voor alle EU-landen. We krijgen de volgende dag al antwoord dat
we welkom zijn maar niet aan land mogen. We kunnen er wel water en diesel
krijgen. We krijgen tevens een reactie van de leverancier van de watermaker. We
hebben waarschijnlijk een filter dat niet goed is, hij stuurt wel een nieuwe
op. Wij dus weer op zoek naar een behulpzame OCC port officer in Maine waar we
het naar op kunnen laten sturen.
De volgende dag maken we een wandeling over Martha’s
Vineyard naar het eigenlijke dorp Martha’s Vineyard. Eigenlijk is het een groot
vakantie oord met het ene grote luxe huis naast het andere. Wel mooi gelegen in
de bossen. Het is er net als in de Hollywood films, allemaal erg luxe en groot.
Het is duidelijk dat het gegoede deel van Amerika hier hun buitenhuizen heeft.
In het dorp wemelt het van de boetiekjes, galerieën en specialiteiten winkels. De
supermarkt heeft meer luxe artikelen dan standaard etenswaren. Het is bovendien
erg druk in het dorp, hier wel vakantietijd en waarschijnlijk zijn veel New
Yorkers de stad ontvlucht. De sfeer is bepaald anders dan in het zuiden. Daar
wordt er gegroet en kijken mensen je open aan. Hier wordt stug langs elkaar
heen gelopen en is de sfeer erg afstandelijk en onpersoonlijk. We zijn al vroeg
weer bij de boot en gaan anker op. We varen weer naar ‘de overkant’, Nonameset
Island tegenover Woodshole. Wij duiken helemaal achter in een baai en liggen
uiteindelijk alleen voor anker, midden in het groen. Alweer een heel mooi
rustig plekje in de natuur. Op de kant staat een villa met grote schuur tussen
de bomen. Het eiland is privé eigendom en je mag er niet aan land. We liggen
weer mooi beschut (kleine haaien kans?) dus we maken weer een stuk
onderwaterschip schoon. Met de bijboot maken we een tochtje door de
verschillende baaien van het eilandje. s’Avonds zien we de beheerders even
rondwandelen en het paard binnen roepen. Het geeft wel een bepaald rustiek
sfeertje.
We blijven er een dagje liggen
voor wat klusjes en genieten van de mooie omgeving. Een paar uur lang is er
dichte mist en is het opeens 10 graden kouder. Voor het eerst in lange tijd
eten we binnen.
Als we heel vroeg in de ochtend anker op gaan om het tij mee
te hebben staan er herten op de kant. We varen weer naar Martha’s Vineyard naar
Janny en Jacco met de Maaike-Saadet, kennissen uit Nederland. Zij varen al drie
jaar aan deze kant van de oceaan van het verre noorden naar de Carieb heen en
terug. Het is een gezellig weerzien en uitwisselen van ervaringen. Vorig jaar zijn ze in Groenland geweest en wij
leren van hun ervaringen. De volgende dag varen we beide richting het Cape Cod
Canal, een mooie zeiltocht. We gaan voor anker in Onset Harbour direct bij de
ingang van het Cape Cod Canal. We blijven er een dagje voor klusje en laatste
restje schoonkrabben van de boot.
De volgende dag heel vroeg op om stroom mee te hebben door
het kanaal, het is een vrij saai recht kanaal waar we met 9 knopen doorheen racen.
Het is maar 10 mijl lang dus we hebben nog een volle dag over om een flinke
slag naar het noorden te maken. We hadden bedacht dat we op de valreep nog onze
ketting wilden laten galvaniseren in Boston. Al contact gelegd met het bedrijf
maar bij het maken van een afspraak over de planning werd alles vaag. We zien
ook dat er veel corona gevallen zijn. We zien er toch weer vanaf en wijzigen
onze koers. Eind van de dag varen we de baai van Glouchester binnen. Het stadje
is erg mooi gelegen en doet sterk denken aan Darthmouth in Zuid Engeland. Voor
we de volgende dag varen we met LJS eerst een rondje door de haven die dwars
door het stadje loopt. Sight-seeing vanaf het water.
We varen weer een lange
dag noordwaarts. Na een paar uur liggen de kar en de zeillat van het grootzeil
weer uit elkaar. Tijd voor vervanging met de nieuwe zwaardere versie. We kunnen
ze nergens vinden. Het is altijd hetzelfde, we hebben zoveel spullen op deze
paar vierkante meter dat we altijd alles kwijt zijn. De nieuwe karren vinden we
pas na drie dagen zoeken en alles twee keer overhoop en in en uit gepakt te
hebben.
Het nieuwe patroon voor de watermaker is inmiddels in Camden
Maine bezorgd en in een paar flinke etappes via Isle of Shoals, York, Wood
Island Harbour en Seguin Island komen we op 12 juli aan in Camden, Maine. We
liggen overal maar kort maar het geeft wel een indruk van de kust van Maine,
erg mooi en ruig met veel eilanden en baaien, veel krabben potten (met daaraan
boeitjes die in je schroef komen als je er over vaart) en heel veel mist.
Kortom uitdagend varen in deze omgeving.
|
Seguin Island
|
|
Isle of Shoals |
|
Veel, heel veel visboeitjes |
Zodra we Marty en Paul, de port officers in Camden laten
weten dat we aangekomen zijn springen zij in de bijboot en komen de bestelde
spullen langs brengen. Wat weer super aardig en behulpzaam.
|
De pakjesboot komt er aan |
Wij liggen voor
anker en houden goed afstand. Het corona beleid in Maine is het strengste in de
hele US. Als we het goed begrijpen zouden we eigenlijk zelfs 14 dagen in
quarantaine moeten na aankomst. De soep wordt gelukkig niet zo heet gegeten als
opgediend. We mogen met de bijboot wel aan de steiger van de yachtclub aanmeren
maar altijd, ook buiten op straat, een mondkapje op. Vrijwel iedereen zie je
buiten op straat met een kapje lopen. Onze ervaringen met de corona maatregelen
geven wel weer hoe verschillend de verschillende staten zijn en dat er
nauwelijks nationaal beleid is, het meeste wordt door de individuele staten
zelf bepaald. Dit geldt voor veel terreinen gezondheidszorg, milieu, infrastructuur
maar ook belastingen en de verschillen zijn groot (in Oriental 1500$ nabij New
York 25.000$). De volgende dag verkennen we Camden, starten met onze
klussenlijst voor vertrek naar het noorden. We mogen aan een ponton (zonder
verbinding naar de kant) in de haven liggen. Erg handig voor twee dagen, we
ontroesten en behandelen de ankerketting zodat die nog een tijdje langer mee
kan. Stef plaatst het nieuwe patroon in de watermaker. Hoera, het werkt en we maken heerlijk water.
|
Krijg het nieuwe patroon maar weer eens onder de vloer |
|
Hoera, TDS van 66 en 70 liter per uur! |
|
Ketting ontroest en in de zinkoxide gezet |
We eten een avond bij
Marty en Paul, ook Dale en Doug zijn er. Zij hebben een pilot voor Newfoundland
geschreven en geven tips over verlaten baaien waar je in geval van nood (omdat
we Canada niet in mogen) zou kunnen ankeren. We eten buiten op het terras aan
een enorme tafel zodat we voldoende afstand kunnen houden. Terwijl wij lekker
eten en gezellig kletsen werkt de grote wasmachine en droger een berg was weg.
Ook erg handig, zeker in deze wat nattere oorden. Na twee dagen aan de steiger
gaan we nog een nacht weer voor anker (ons ben sûnig). Manon gaat met Marty in
de auto naar een grote supermarkt om inkopen te doen voor de komende maanden.
Twee boodschappenkarren vol. Het is weer even puzzelen om dat allemaal in de
boot weg te werken. We tanken de boot vol diesel en nemen extra benzine mee
voor de generator (nodig voor de watermaker). Er is nog druk mailverkeer met
contacten over toegang tot Canada, horen dat je mag transitten (vrije
doorvaart) als je naar ander land onderweg bent. Helaas krijgen we van de
Canadese overheid zelf geen reactie. Maar we hebben ons gemeld en hopen dat we
niet gearresteerd worden mochten we ergens moeten ankeren omdat er toch een
storm aankomt. Er is net wel bericht van een Noorse boot die daadwerkelijk
gearresteerd en van de boot gehaald is bij aankomst in Labrador. Dat willen we
toch echt wel voorkomen.
|
Voor anker bij Camden |
|
Borrel met andere OCC zeilers, op gepaste afstand natuurlijk |
Op 16/7 gaan we anker op om via eilanden in Penopscot Bay
dichter bij Nova Scotia te komen en een gunstig weergat af te wachten. We
ontmoeten ook de Maaike-Saadet weer die al in Perry Cove liggen. Weinig
zwaairuimte dus we ankeren beide en binden de achterkanten van de boten aan
elkaar. Makkelijk overstappen. Weer een nieuwe manier van ankeren ontdekt.
|
Kont aan kont met de Maaike-Saadet |
De
volgende dag varen we samen naar Seal Cove. We proberen beide te vissen maar
geen geluk. Wordt het toch nog de lang beloofde vega Chili voor de Maaike
Saadet. De baai doet zijn naam eer aan er liggen zeehonden op een rots te
rusten. En natuurlijk zoals overal hier ligt het vol met kreeftenpotten. Het is
echt slalommen om de vele boeitjes. En dan te bedenken dan men zegt dat er dit
jaar weinig liggen omdat de export naar het verre oosten wegens corona is
gestaakt. Je moet er niet aan denken om hier te varen als er nog meer liggen.
|
En we hebben hem gespot, de zeearend |
Maar dan is het zo ver. De voorspellingen zijn goed, de boot
is er klaar voor en wij zijn zenuwachtig. We gaan er voor. Op 18/7 gaat het
anker omhoog en vertrekken we richting St Pierre et Miguelon, Frankrijk.