donderdag 21 juli 2016

Azoren; Flores en Faijal


Flores 


In de schemering zagen we het al liggen, Flores, onze drempel om Europa weer in te komen. We minderen vaart om niet midden in de nacht aan te komen maar het mag niet baten. Als we bij de haven zijn is hen nog geruime tijd donker. Lajes de Flores heeft een hele ruime baai achter de grote pier waar je ook mag ankeren. Heel voorzichtig ronden we de pier, de golven nemen af en we vinden een plek waar het 10 meter diep is (het is in de hele baai erg diep). De ingang naar het haventje is dusdanig klein dat we daar in het donker niet naar binnen varen. Het anker zit gelijk muurvast en na een ankerborrel gaan we om 4 uur s’ochtends slapen. We zijn er, weer in Europa na 13 dagen varen vanaf Bermuda. Heerlijk gevoel.

Haven van Lajes op Flores

Om 9 uur worden we door de Tern geroepen via de marifoon. Er is nog een gaatje voor ons aan de steiger, of we nog naar binnen komen voor het ontbijt. Zij zijn net nadat het licht werd de haven ingevaren. Wij gaan ankerop en zien voor ons een boot naar binnengaan. Weg plekje aan de langssteiger. We komen dubbel te liggen en melden ons bij de havenmeester. We mogen dieper het haventje in aan een kopsteiger. Daar houden we het een half uur uit, dan zijn we het geruk aan de lijnen door de swell in de haven zat. Er is nog een steiger vrijgekomen die rustiger lijkt. Binnen 2 uur hebben we zo 3 ligplaatsen in de haven gehad. Dan komt de Tern terug van boodschappen doen en ontbijten/brunchen we samen met bubbels om onze aankomst te vieren. Het is heerlijk ze weer te zien en het wordt dan ook erg gezellig.

In de haven liggen naast een paar visbootjes alleen maar vertrekkers, 8 boten, allemaal ongeveer tegelijk aangekomen en allemaal de oceaan overgestoken. Het schept gelijk een band. Eén Franse boot, de Siwa, heeft een tonijn van 12 kilo gevangen en nodigt iedereen uit voor BBQ de dag na aankomst. Met Franse, Nederlandse, Engelse en Duitse boten wordt het heel gezellig onbeperkt tonijn eten, we krijgen het niet op. Bijzonder genoeg zijn we als Nederlanders met 3 boten in de meerderheid.

Oceaanzeiler aan de tonijn, gezellige Babylonische spraakverwarringen.
Het weer is tijdens de BBQ even goed, verder is het erg triest weer met veel regen en harde wind. Wij vinden het ook erg koud en missen de Caribische temperaturen. Het eiland is erg mooi groen en het dorpje Lajes erg knus. Onderstaand paar foto's van het dorp, genomen op één van de weinige dagen dat de zon scheen.

 


Stef heeft de geraniums gevonden,
hier wil hij wel achter zitten.


Met de Tern gaan we een dag met een taxi het eiland over. Helaas is het vrij mistig en regenachtig waardoor het lastig is om de hoogtepunten te zien. Maar de taxichauffeur blijft rondrijden en uiteindelijk hebben we overal een kleine opklaring gehad waardoor we de kratermeertjes en de basalten allemaal hebben kunnen zien. Hij vertelt veel over het eiland. Flores is maar 6 bij 10 kilometer en er wonen 4000 mensen. Het is de kleinste van de Azoren (op Corvo het buureiland na). Iedereen kent elkaar, men leeft van de landbouw en toerisme. Er zijn ook redelijk wat buitenlanders neergestreken. Onze lokale kaas kopen we van een Française, het restaurant wordt gerund door een Oekraïense, een ander door een Duitse en een andere Duitser komt informeren naar onze windmolen, dat wil hij ook wel op zijn dak. De sfeer op het eiland is heerlijk relaxt en wij vermaken ons met wandelen, kletsen met de andere boten in de haven en heerlijk nietsdoen en bijkomen van al die dagen op zee. De wandelingen voeren ons door groene heuvelachtige velden omzoomd met bloemen, vooral blauwe Hortensia’s en Afrikaanse Lelies. Het landschap is een lust voor het oog.
 
Vuurtoren bij Punta Delgada, Farol de Albarnaz
 
Dorpje Fajazinha, omgeven door weides met hortensia hagen
 
De wolken hangen erg laag, op de heuvels rijden we door de dichte mist/wolken

 
Veel watervallen komen van de hoge kliffen.
  
Ruige vulkanische kust
 
 
 
 
 
Groepsfoto met de bemanning van de Tern

Als we op een avond met de Tern naar een restaurant in het aanpalende dorp lopen blijkt deze gesloten. Terwijl we om ons heen kijken naar een alternatief komt de buurman zijn huis uit (hebben we op de haven wel gezien bij zijn visbootje) en wijst naar zijn auto. Wij stappen in zijn laadbak en hij rijdt ons zonder een woord te zeggen nog een kilometer verder weg. Daar vraagt hij de café-houdster in het Portugees of ze eten heeft. Ja, dat heeft ze. Hij groet en laat ons achter. Erg aardig en ook wel bijzonder, de man spreekt geen woord over de grens en wij kunnen alleen dank je wel zeggen. We zitten in een buurtkroeg en vragen de vrouw wat ze dan te eten heeft (ze verstaan altijd wel iets Spaans). Ze laat kalfskoteletten zien, twee stuks. Wij schatten dat dit niet genoeg is voor ons 4-en en knikken opgelucht, doe maar en 4 bier. 10 minuten later krijgen we ieder een enorm bord vol met friet, salade en ieder twee grote koteletten. In geen tijden heb ik zo’n berg vlees gegeten. Maar wij zijn blij verrast, het is erg goed eten. Gelukkig moeten we 5 kilometer teruglopen naar de haven om het eten een beetje te verteren.

Naar Fajal


Na 8 dagen is het tijd om dit heerlijke, rustige, groene eiland met zijn gezellige en knusse haventje achter ons te laten. Wij moeten altijd weer verder. Horta op Fajal is 120 mijl verder, een nacht door dus. Het weer is erg onstabiel en op de haven verschillen de meningen over wanneer nu het beste weer gaatje is voor de oversteek naar Horta. Uiteindelijk vertrekken wij op een maandag en hopen er dinsdagochtend voor dat er weer harde wind komt te zijn. Zodra we echter de haven van Lajes uit zijn waaien we al uit ons hemd en staat er ruim 30 knopen wind. We besluiten alleen een puntje genua uit te rollen en zo ruime wind naar Fajal te zeilen.
 
Het is gelukt om een filmpje te downloaden, hoera! Voor een indruk van een toch wel iets heftiger tocht. En schrik niet, Stef ligt gewoon even lekker te slapen.
 
 
 
 


 Met flinke snelheid lopen we vroeg in de ochtend Fajal aan. Wij zijn iets te hoog uitgekomen om niet te gijpen in de nacht en varen nog een stuk langs de ruige kust. Ook Fajal ziet er veelbelovend uit.


Aanlopen van de haven van Horta
In Horta leggen we aan in rij bij het havenkantoor en registreren ons. Wij krijgen een plekje in de oude havenkom, als we daar heen willen varen wil de motor niet starten. We krijgen het benauwd, wat is er nu aan de hand. De trouwe motor die het altijd doet weigert dienst. Uiteindelijk weet Stef de startmotor kort te sluiten met een schroevendraaier en zo starten we de motor. Eerst maar eens naar onze ligplaats en dan kijken wat er met de motor aan de hand is. We komen aan een kade vol met muurschilderingen te liggen. Dit is waar we Horta van kennen. Uit alle boeken van verwegzeilers die in Horta hun muurschildering maken.
We zien verschillende schilderingen van bekende boten maar vooral heel veel schilderingen van onbekenden. De kade en alle muren rondom de haven zijn vol met logo’s, het is een heel vrolijk kleurrijk gezicht.



 
Horta zelf is een aardig stadje waar café Peter Sport het hoogtepunt is. Het is net zo bekend als de muurschilderingen onder zeilers. Wij gaan er de eerste avond wat drinken en blijven eten. Het is vooral ook het beste restaurant in de Azoren ontdekken we. Uiteindelijk eten we er 3 keer.

Samen met de Tern hebben we een auto gehuurd om het eiland te verkennen. Het is echter zo mistig op het eiland dat we de autorit twee dagen uitstellen in de hoop wel wat te kunnen zien. Ook het geplande bezoek aan Pico stellen we uit als de wereld om ons heen in de mist is verdwenen. Stef haalt de startmotor uit elkaar en maakt deze schoon. Samen met de Franse buurman van de Siwa test hij de verschillende zekeringen en contacten. Het is een lastig verhaal. Door het schoonmaken wil de motor wel weer starten maar niet altijd gelijk. We zoeken nog naar een nieuwe startmotor maar die is niet te krijgen, de monteur die we benaderen komt niet opdagen. Een nieuwe startmotor moet waarschijnlijk uit Nederland komen en is schreeuwend duur. Wij hopen er maar het beste van en denken dat we het beter in Engeland kunnen proberen te vervangen.

Het weekend is er een feest op de haven en we luisteren een paar keer naar de muziek en treffen er andere zeilers. We borrelen her en der en vermaken ons prima. Het is leuk om ergens te zijn waar bekenden zijn.
Oude walvisboten in de haven van Horta. Nu worden er roei- en zeilwedstrijden mee gehouden.
De autorit doen we uiteindelijk voor een deel in de mist. Aan de noordoost-zijde maken we een detour naar de kust. Daar treffen we een picknickend gezin waarvan de man schelpen van de rotsen heeft geplukt, wadend tussen de Portugese oorlogschepen (schijnbaar toch niet zo dodelijk als we dachten). Je kunt de schelpdieren, limpets in het engels, rauw eten net als oesters en wij mogen proeven, heerlijk! Aan de noordwestzijde van het eiland schijnt de zon, de rest is in nevelen gehuld. Desondanks is het een schitterend landschap. Van de Caldera, de krater, zien we echter niets ook al staan we bovenop de kraterrand. We rijden stapvoets over een onverhard weggetje boven over de vulkaan. Een deel hebben we eerst lopend verkend omdat we geen 20 meter ver kunnen kijken. Onze wandeling maken we maar aan de noordwestkant in de zon.


Dit geeft toch een mooi beeld van de blauwe waas die over het eiland hangt van de Hortensia's en Afrikaanse Lely's

 


Weer een enorme lunch voor weinig
Koeien op de weg, stapvoets volgen we ze tot ze tussen de hortensia's verdwijnen

Ook Fajal gaat voor duurzame energie


In Porto Pim bezoeken we het walvisvangmuseum. Begin jaren '80 zijn hier de laatste potvissen gevangen. Dit gebeurde met open houten bootjes en grotendeels met de hand. De potvissen werden in zijn geheel verwerkt en alles werd gebruikt. Het is indrukwekkend en gruwelijk om de film over de vangst van één van de laatste potvissen te zien. Wat een strijd leverde zo’n beest en wat duurde dat verschrikkelijk lang voordat hij dood was.
Wat ons ook erg schokte was de grote hoeveelheid kleine stukjes plastic die aan aangespoeldis in Porto Pim. Deze baai is open naar het westen, de heersende windrichting en oceaanstroming spoelt dit vanaf deoceaan naar binnen. Tijdens het varen zien we vaak grotere stukken, flessen en dergelijke. Deze kleine kunnen we niet zien doordat we te snel gaan en het water te onrustig. Maar het probleem met plastic etende vissen en schildpadden is wel duidelijk als je deze kleine stukjes ziet. Ze eten het op, het blijft in de maag zitten en dan gaan ze dood omdat ze verhongeren. Erg triest en we doen weinig om het te verhelpen.

Schokkend beeld van enorm veel in kleine stukjes versnipperd plastic dat vanaf de oceaan is aangespoeld in Porto Pim.

Tot hoog op de kust overal snippers plastic

Breedbeeld van Porto Pim, in de 16-de eeuw de plek waar de walvisvaarders aanlanden met de vangst


Samen met de Tern en de Siwa gaan we eten bij de enige Portugese solo wereldomzeiler. Deze heeft nu een restaurant in Porto Pim, iedere vrijdag Fado. Wij hebben een hele gezellige avond, ondanks de fado. De fado past in onze ogen vooral heel goed bij het desolate, zwarte, mistige vulkaanlandschap dat we aan op de oostpunt van het eiland troffen. Het is mooi maar erg treurig.
 
Opeens is daar weer de dag van vertrek. Snel maken we nog een muurschildering om onze reis te markeren. Dan laten we Fajal achter ons en vertrekken we naar Sao Jorge.
Aan het werk, een van de weinige vrije plekjes, waarschijnlijk omdat deze moeilijk te bereiken was.

Ook wij zijn er geweest in Horta en trots op onze prestatie en schildering


zondag 3 juli 2016

1 jaar onderweg

Als je vertrekt ljikt het een moment in de verre toekomst. Zeeen van tijd liggen er voor je. Haast is iets uit een verleden. En dan opeens is het zo ver, we zijn een jaar onderweg. Nog maar een kleine maand te gaan en dan zitten we weer op het werk achter een bureau. Inmiddels hebben we ook een rondje gemaakt. Waar we maanden geleden uit Falmouth vertrokken voor de eerste grote oversteek, komen we over een dag weer aan in Falmouth. Toch bijzonder. Zoals met meer dingen deze reis, we hadden het niet zo kunnen plannen, het gebeurt gewoon.

Dat is een van de dingen die me zal bijblijven. Als je niet te veel verwacht en je laat verrassen dan wordt je zelden teleurgesteld en kan je zonder voorbehoud genieten. Zo zijn er twee bijzondere bezoekjes, de Kaap Verden en Bermuda. Van beide hadden we niet echt een voorstelling en zullen ze ons altijd als heel bijzondere ervaring bijblijven. Beide kunnen niet verschillender zijn, wat ze gemeen hebben is de vriendelijkheid en de open houding van de mensen. We hebben op veel plekken genoten van geweldig natuurschoon, zowel onder als boven water. Wat echter achteraf een gevoel geeft bij een land is de ervaring die we met de mensen ter plaatse hebben gehad. Dit zijn zowel de locale bevolking als de zeilers onderweg die we hebben leren kennen. Velen hadden een beetje dezelfde route en kruisten onze pad meerdere malen.

En dan haast, iets wat we niet meer kennen. Ons reisschema bestond uit iets globaals met maanden en ruim speling. We hebben zelden haast gevoeld. Alleen even bij aankomst in de Carieb, moeten we al die eilanden in 4 maanden bekijken? Een nadere blik op de kaart plaatste het in perspectief. Het is hemelsbreed 400 mijl, krap 4 dagen varen. Moet dus te doen zijn in 4 maanden en we konden zonder haast en zorgen heel rustig gaan eilandhoppen. We hebben dan ook bijna niets overgeslagen. Tobago, vanwege piraterij, Barbuda omdat het niet op de route lag en Anguila en ook Saba omdat bezoek onze prioriteit had.

Omdat we geen haast hadden hebben we eigenlijk alleen de zuid-oostelijke kant van de Cariben gedaan, een keuze, er zijn natuurlijk nog veel meer eilanden die meer dan de moeite van het bezoeken waard zijn. Maar dan wordt het weer haasten en dingen overslaan en dat was niet het plan. Bovendien moet er iets te dromen en wensen overblijven..

Wat betreft het zeilen kunnen we kort zijn. De oversteken zijn vreselijk saai, een aaneenschakeling van eten, slapen, drinken en een wachtje lopen. Uitkijken over een oneindige plas water is heel erg mooi, een paar dagen en dan gaat het mooi er een beetje af en wordt het saai. Nadat de spanning van hoe het allemaal zal gaan een beetje weg geebt is gaat het na een paar steeds langer wordende trips wennen en gaat het na het inschommelen over in een routine. De dag wordt zeer welkom gebroken als er iets te zien valt, een dolfijn, walvis of schildpad, zelfs drijfvuil gaf afleiding. Verder zijn de golven prachtig om naar te kijken maar ook dat gaat vervelen en wordt het uiteindelijk saai. In het begin voeren we het mooie weer tegemoet, nu op de weg naar Falmouth in Engeland varen we het wat mindere weer tegemoet. Vooral de kou en gebrek aan zon is erg wennen. Net als de trein met lagedruk systemen, en bijbehorend veranderlijk weer, waar we hier weer mee te maken hebben. Nee, dat was in de Cariben en op weg er naar toe heel anders. Een stabiel hoog met voor ons 13 dagen wind 20 - 25 kn van achter en zon, heerlijk!

In de Cariben is het zeilen weer heel anders. Mooi weer, stabiele wind, warm en zonnig en de meeste afstanden binnen een dag te bereiken. De dagen zijn daar wel korter dan wij gewend zijn maar de meeste oversteken pasten binnen de uren dat het licht is. Er is een overdaad aan ankerplaatsjes en eilandjes en met een beetje geluk vind je ook plekjes voor jezelf, soms complete baaien. Is het aan land te warm om te genieten van natuurschoon dan doe je dat gewoon onderwater. Het varen en ankeren en zwemmen in een aquarium is een belevenis op zich.

Het is een gevoel van vrijheid dat de overhand heeft tijdens deze reis. Gaan waar je wilt en waar de wind ons heen brengt. Een zorgeloze vrijheid die maakt dat iedere dag een nieuwe is en dat beslissingen per dag worden genomen. Planningen en afspraken zijn iets uit een verleden. Schrikken was het op Flores waar we opeens meerdere uitnodigingen voor borrels kregen, help we moeten plannen en afspraken onthouden. Maar wel heel gezellig dus dat deden we graag. Het leven bij de dag en gevoel van vrijheid maakt ook dat we nog nauwelijks bezig zijn met na de reis. Ook nu is het nog leuk om de ankerbaaien en nieuwe plekjes te zoeken op weg naar huis. Zoveel te ontdekken, ook dicht bij huis.

Het enige is dat je familie op afstand zit, die zou je in een doosje mee moeten kunnen nemen om af en toe even uit te pakken. Dat noemen ze tegenwoordig trouwens Skype, maar dat afsluiten/inpakken is zo moeilijk dus doen we bijna niet.

Nu reizen we nog even verder, met een gevoel dat we nog jaren te gaan hebben, wat in zekere zin natuurlijk ook zo is.
Op zoek naar nieuwe dromen om te beleven en mee te maken. Want de jaren lang gekoesterde droom om een reis als deze te maken is dit jaar in vervulling gegaan.. Geweldig!

vrijdag 1 juli 2016

Azoren; Sao Jorge en Terceira

Oeps, leeg..... ook aan dit blog wordt onderweg gewerkt.
Groet vanaf eindeloze oceaan, Stef en Manon