vrijdag 26 februari 2016

Zon, zee en zeilen….. en waarom het zo stil is op het blog… (deel 1)


 
Wat hebben wij ondertussen al veel gezien en genoten. We waren op Groen en ongerept Grenada,  knus Carriacou, overcrowded Union, de vele rustige eilanden en tjes van de Grenadines, het toch niet zo criminele St Vincent,  arm en rijk St Lucia en nu het zeer Franse Martinique. Dat is zo ongeveer het hele rijtje eilanden dat achter de noemer Windward eilanden schuil gaat. En overal is het groen en blauw en de vissen en huizen kleurrijk. We zijn aan het genieten geslagen in rustige en volle baaien. Komen zo tot rust dat zelfs de boekenplank is geplunderd. Maar dan nu toch maar een blog om ook de thuisblijvers in koud en regenachtig Nederland een beetje te kunnen laten meegenieten.

 

Vanaf Barbados zijn wij naar Carriacou gezeild. Gezien de afstand zijn we de nacht doorgezeild en viel het ochtendlicht op de vele eilanden van de Grenadines die voor ons lagen. Eigenlijk popelden we om daar heen te gaan. Maar we hadden ons voorgenomen om vanaf het zuiden beginnend, eerst Grenada en Carriacou te verkennen en dan eilandhoppend naar het noorden te zeilen. Dus Tyrrel Bay was de haven/ankerbaai waar we zijn ingeklaard voor Grenada. Onze eerste kennismaking met een baai waar 80-100 boten voor anker lagen. Toch was het er vrij rustig en lagen we niet echt dicht naast elkaar. We hebben wandelingen (kort, vanwege de hitte aan land) gemaakt en zijn lekker uit eten geweest. Het bezoek aan Sandy Island voor de hoofdplaats van Carriacou is nog steeds onze topper van de reis. We lagen beschut achter een smalle strook (je raad het al) zand met daarop een rij palmen, een en ander omzoomd door smaragdgroen en turquoise water. Echt een droomplekje als je daar met z’n tweeën over slentert, voorzichtig over de heremietkreeften heen stappend en de zonsondergang alleen verstoord wordt door de pelikanen die in het water duiken.

Dingy dock in Tyrrel Bay
Sandy Island, een droom van een eilandje


Er varen meer bootjes rond Sandy Island
 Vanaf Carriacou staken we over naar het zuidelijk gelegen Grenada waar we nog twee kleine ankerbaaien aandeden waar het super snorkelen was. Halifax Bay was piepklein waarbij ons anker bijna in het koraal lag. Iemand van de kant had geroepen dat het oké was en je zag zand op de bodem. Bij de ankerinspectie was het eerste wat ik zag onder de boot een geweldig mooie koraaltuin, met waaierkoralen en grote sponzen. Oeps, waar is dat anker en de ketting… Gelukkig lag het er net naast en vond ik een oud mooringblok (stuk beton met groot oog eraan om vast te maken) op de bodem. Op 4 meter, dus snorkelend daar de boot aan vast gemaakt en het anker weer omhoog. Wij gerust en het koraal veilig. We hebben uren in het water gelegen genietend van de vele soorten koraal, sponzen en vissen. Wat een waanzinnig mooie wereld.


 
De volgende baai was versierd met onderwaterbeelden. Snorkelend is het een hele zoektocht om ze te vinden, verspreid over verschillende kloven tussen het koraal. Gelukkig snorkelen er meer mensen en wijst iedereen elkaar de weg. Om ook iets van het vaste land mee te krijgen zijn we vervolgens naar St George doorgezeild en in de haven gaan liggen. Ook tijd voor vers water en goed opladen van de accu’s.
 
 
 
Kade in St George
We zijn met de bus naar de Grand Etang National Park en de Seven Sisters watervallen gegaan. De bustocht was een belevenis die ons heilig doet voornemen vooral niet zelf te gaan rondrijden. De wandeling naar de watervallen werd een mooie kennismaking met het regenwoud.
Seven Sisters watervallen, klein maar fijn.


In de haven bewonderen we de megajachten die er liggen. Naast de buurboot van ruim 80 meter is het voormalige motorjacht van Steve Jobs maar een kleintje (en foeilelijk, zo vierkant hebben we nog nooit een boot gezien). De bijboten die ze bij zich hebben zijn duurder dan LJS, waanzinnig.  We ontdekken dat als we bij de haven rechts afslaan we meer colour local treffen. Daar vinden we ook een italiaans restaurantje/café waar onze maaltijd (alles behalve italiaans) achter de bar wordt klaar gemaakt. Desgewenst kan je ook van de kaart van de buren bestellen, die hebben italiaans eten.

Na een paar dagen de luxe van echte badkamers en snel internet in de haven is het echt wel tijd om weer mooie plekjes op te zoeken. St George is het zuidelijkste punt van onze reis, vanaf hier gaan we noordelijk. Een soort van huiswaarts dus, maar gelukkig met nog een half jaar genieten voor de boeg.

We ankeren nog bij Dragon Bay en varen dan terug naar Carriacou om in Tyrrel Bay weer uit te klaren. We hebben het weekend voor de boeg en besluiten om de regeltjes niet te nauw te nemen, dat geeft alleen maar gedoe bij het inklaren op het volgende eiland. We varen voor de zaterdag nog naar Petite Martinique dat bij Grenada hoort en liggen de zondag voor Petit St Vincent (500 meter verderop) dat bij St Vincent en de Grenadines hoort. Al snorkelend, wandelend en genieten van de uitzichten op de eilanden en witte stranden met palmbomen komen wij de tijd goed door. Maandag kunnen we netjes binnen kantoortijden inklaren op Union Island. We weten niet hoe snel we Union weer moeten verlaten na in de nauwe ankerbaai bijna twee keer te zijn aangevaren en zelf meerdere ankerpogingen nodig hadden om vast te liggen. Het is er een chaos. Gelukkig ligt Mayreau om de hoek en vinden we daar een hele rustige ankerbaai voor mooi strand. Het is het kleinste bewoonde eiland van de Grenadines. Heel overzichtelijk en goed te voet te verkennen.
 
Prive eiland Petit St Vincent met luxe resort.

Uitzicht van Mayreau op de Tobago Keys,
ze moeten nog even op ons wachten.


De jeugd (30+) vermaakt zich met zelf gemaakte zeilbootjes. De eilanden hebben allemaal een bootbouw geschiedenis. In het klein wordt zo geoefend.
Na 3 dagen maken we de kermis rond aankomst van een cruiseschip mee en gaan zelf snel door naar Canouan, 3 uur zeilen verderop. Ook dit is een vrij klein eiland, met een mooie grote beschutte ankerbaai. We vinden net buiten de baai een klein strandje waar we een lunch/snorkelstop maken. Het is weer een droomplekje. We zwemmen er als door een aquarium. Onder de boot zwemt een school filevissen die Stef willen knuffelen (hij was heel snel weer op de boot, het waren er dan ook wel erg veel ineens). De zandplek waar het anker ligt wordt bewaakt door een grote stingray.
 
Stingray die kijkt wat dat anker in zijn territorium doet

Snorkelen in super helder en warm water
We zijn een beetje huiverig voor helemaal alleen ankeren in een baai. We horen en lezen geregeld over nachtelijk bezoek aan boord (vooral bij afwezigheid, maar hoe weten zij dat nu?). Ook al hebben we de boot s’nachts dicht we zoeken voor de nacht een plek in de grote baai waar nog een paar boten liggen. In het dorpje kunnen we eindelijk goed groente en fruit kopen. Op de eilanden tot nu toe was de kwaliteit ronduit beroerd en de prijs schrikbarend hoog (wie betaald er nu ruim een euro voor een banaan van een boom 300 meter verderop). Hier is echt mooi spul, zo van het eiland zelf en tegen normale prijzen. Het is redelijk mooi snorkelen langs de rand van de baai en bij een klein eilandje. We komen zelfs 5 langoustines tegen onder water. Meestal zien we die alleen in de bootjes die ze ons te koop aanbieden als lobster.
 


Baai van Canouan, helemal achter in de hoek ligt LJS
Een file fish
LJS dobbert in een aquarium

 
Pelikaan op rotseilandje in ingang van de baai. In het water er omheen zit heel veel vis in alle soorten, maten en kleuren.


Een koffervis wacht tot de ketting een maaltje opwervelt van de bodem.
Na twee overnachtingen in de grote baai verhuizen we toch voor de nacht naar het kleine strandje buiten om te snorkelen en te wachten op de komst van de Tern waar we mee hebben afgesproken samen naar de Tobago Keys te varen. De volgende dag komen ze tegen het einde van de dag aan vanaf Bequia, het meest noordelijke eiland van de Grenadines. Het is erg leuk om ze weer te zien en we hebben veel om bij te praten sinds Barbados. De volgende dag vertrekken we samen naar de Tobago Keys, een wereld beroemd snorkelparadijs… maar daar zullen we in een volgend blog over vertellen. Maar bovenstaande maakt vast wel duidelijk waarom we niet eerder aan bloggen toe kwamen, gewoon veel te druk met genieten van deze waanzinnig mooie wereld. We zijn echt niet voor niets die oceaan overgestoken.