Wat hebben wij ondertussen al veel gezien en genoten. We
waren op Groen en ongerept Grenada, knus
Carriacou, overcrowded Union, de vele rustige eilanden en tjes van de
Grenadines, het toch niet zo criminele St Vincent, arm en rijk St Lucia en nu het zeer Franse
Martinique. Dat is zo ongeveer het hele rijtje eilanden dat achter de noemer
Windward eilanden schuil gaat. En overal is het groen en blauw en de vissen en
huizen kleurrijk. We zijn aan het genieten geslagen in rustige en volle baaien.
Komen zo tot rust dat zelfs de boekenplank is geplunderd. Maar dan nu toch maar
een blog om ook de thuisblijvers in koud en regenachtig Nederland een beetje te
kunnen laten meegenieten.
Vanaf Barbados zijn wij naar Carriacou gezeild. Gezien de
afstand zijn we de nacht doorgezeild en viel het ochtendlicht op de vele
eilanden van de Grenadines die voor ons lagen. Eigenlijk popelden we om daar
heen te gaan. Maar we hadden ons voorgenomen om vanaf het zuiden beginnend, eerst
Grenada en Carriacou te verkennen en dan eilandhoppend naar het noorden te
zeilen. Dus Tyrrel Bay was de haven/ankerbaai waar we zijn ingeklaard voor
Grenada. Onze eerste kennismaking met een baai waar 80-100 boten voor anker lagen.
Toch was het er vrij rustig en lagen we niet echt dicht naast elkaar. We hebben
wandelingen (kort, vanwege de hitte aan land) gemaakt en zijn lekker uit eten
geweest. Het bezoek aan Sandy Island voor de hoofdplaats van Carriacou is nog
steeds onze topper van de reis. We lagen beschut achter een smalle strook (je
raad het al) zand met daarop een rij palmen, een en ander omzoomd door
smaragdgroen en turquoise water. Echt een droomplekje als je daar met z’n
tweeën over slentert, voorzichtig over de heremietkreeften heen stappend en de zonsondergang
alleen verstoord wordt door de pelikanen die in het water duiken.
|
Dingy dock in Tyrrel Bay |
|
Sandy Island, een droom van een eilandje |
|
Er varen meer bootjes rond Sandy Island |
Vanaf Carriacou staken we over naar het zuidelijk gelegen
Grenada waar we nog twee kleine ankerbaaien aandeden waar het super snorkelen
was. Halifax Bay was piepklein waarbij ons anker bijna in het koraal lag.
Iemand van de kant had geroepen dat het oké was en je zag zand op de bodem. Bij
de ankerinspectie was het eerste wat ik zag onder de boot een geweldig mooie
koraaltuin, met waaierkoralen en grote sponzen. Oeps, waar is dat anker en de
ketting… Gelukkig lag het er net naast en vond ik een oud mooringblok (stuk
beton met groot oog eraan om vast te maken) op de bodem. Op 4 meter, dus
snorkelend daar de boot aan vast gemaakt en het anker weer omhoog. Wij gerust
en het koraal veilig. We hebben uren in het water gelegen genietend van de vele
soorten koraal, sponzen en vissen. Wat een waanzinnig mooie wereld.
De volgende baai was versierd met onderwaterbeelden.
Snorkelend is het een hele zoektocht om ze te vinden, verspreid over verschillende
kloven tussen het koraal. Gelukkig snorkelen er meer mensen en wijst iedereen
elkaar de weg. Om ook iets van het vaste land mee te krijgen zijn we vervolgens
naar St George doorgezeild en in de haven gaan liggen. Ook tijd voor vers water
en goed opladen van de accu’s.
|
Kade in St George |
We zijn met de bus naar de Grand Etang National Park
en de Seven Sisters watervallen gegaan. De bustocht was een belevenis die ons
heilig doet voornemen vooral niet zelf te gaan rondrijden. De wandeling naar de
watervallen werd een mooie kennismaking met het regenwoud.
|
Seven Sisters watervallen, klein maar fijn. |
In de haven bewonderen we de megajachten die er liggen.
Naast de buurboot van ruim 80 meter is het voormalige motorjacht van Steve Jobs
maar een kleintje (en foeilelijk, zo vierkant hebben we nog nooit een boot
gezien). De bijboten die ze bij zich hebben zijn duurder dan LJS, waanzinnig. We ontdekken dat als we bij de haven rechts
afslaan we meer colour local treffen. Daar vinden we ook een italiaans
restaurantje/café waar onze maaltijd (alles behalve italiaans) achter de bar wordt
klaar gemaakt. Desgewenst kan je ook van de kaart van de buren bestellen, die
hebben italiaans eten.
Na een paar dagen de luxe van echte badkamers en snel
internet in de haven is het echt wel tijd om weer mooie plekjes op te zoeken. St
George is het zuidelijkste punt van onze reis, vanaf hier gaan we noordelijk.
Een soort van huiswaarts dus, maar gelukkig met nog een half jaar genieten voor
de boeg.
We ankeren nog bij Dragon Bay en varen dan terug naar
Carriacou om in Tyrrel Bay weer uit te klaren. We hebben het weekend voor de
boeg en besluiten om de regeltjes niet te nauw te nemen, dat geeft alleen maar
gedoe bij het inklaren op het volgende eiland. We varen voor de zaterdag nog
naar Petite Martinique dat bij Grenada hoort en liggen de zondag voor Petit St Vincent
(500 meter verderop) dat bij St Vincent en de Grenadines hoort. Al snorkelend,
wandelend en genieten van de uitzichten op de eilanden en witte stranden met
palmbomen komen wij de tijd goed door. Maandag kunnen we netjes binnen
kantoortijden inklaren op Union Island. We weten niet hoe snel we Union weer
moeten verlaten na in de nauwe ankerbaai bijna twee keer te zijn aangevaren en
zelf meerdere ankerpogingen nodig hadden om vast te liggen. Het is er een chaos.
Gelukkig ligt Mayreau om de hoek en vinden we daar een hele rustige ankerbaai
voor mooi strand. Het is het kleinste bewoonde eiland van de Grenadines. Heel
overzichtelijk en goed te voet te verkennen.
|
Prive eiland Petit St Vincent met luxe resort. |
|
Uitzicht van Mayreau op de Tobago Keys,
ze moeten nog even op ons wachten. |
|
De jeugd (30+) vermaakt zich met zelf gemaakte zeilbootjes. De eilanden hebben allemaal een bootbouw geschiedenis. In het klein wordt zo geoefend. |
Na 3 dagen maken we de kermis rond
aankomst van een cruiseschip mee en gaan zelf snel door naar Canouan, 3 uur
zeilen verderop. Ook dit is een vrij klein eiland, met een mooie grote
beschutte ankerbaai. We vinden net buiten de baai een klein strandje waar we
een lunch/snorkelstop maken. Het is weer een droomplekje. We zwemmen er als
door een aquarium. Onder de boot zwemt een school filevissen die Stef willen
knuffelen (hij was heel snel weer op de boot, het waren er dan ook wel erg veel
ineens). De zandplek waar het anker ligt wordt bewaakt door een grote stingray.
|
Stingray die kijkt wat dat anker in zijn territorium doet |
|
Snorkelen in super helder en warm water |
We zijn een beetje huiverig voor helemaal alleen ankeren in een baai. We horen
en lezen geregeld over nachtelijk bezoek aan boord (vooral bij afwezigheid,
maar hoe weten zij dat nu?). Ook al hebben we de boot s’nachts dicht we zoeken
voor de nacht een plek in de grote baai waar nog een paar boten liggen. In het
dorpje kunnen we eindelijk goed groente en fruit kopen. Op de eilanden tot nu
toe was de kwaliteit ronduit beroerd en de prijs schrikbarend hoog (wie betaald
er nu ruim een euro voor een banaan van een boom 300 meter verderop). Hier is
echt mooi spul, zo van het eiland zelf en tegen normale prijzen. Het is
redelijk mooi snorkelen langs de rand van de baai en bij een klein eilandje. We
komen zelfs 5 langoustines tegen onder water. Meestal zien we die alleen in de
bootjes die ze ons te koop aanbieden als lobster.
|
Baai van Canouan, helemal achter in de hoek ligt LJS |
|
Een file fish |
|
LJS dobbert in een aquarium |
|
Pelikaan op rotseilandje in ingang van de baai. In het water er omheen zit heel veel vis in alle soorten, maten en kleuren. |
|
Een koffervis wacht tot de ketting een maaltje opwervelt van de bodem. |
Na twee overnachtingen in de
grote baai verhuizen we toch voor de nacht naar het kleine strandje buiten om
te snorkelen en te wachten op de komst van de Tern waar we mee hebben
afgesproken samen naar de Tobago Keys te varen. De volgende dag komen ze tegen
het einde van de dag aan vanaf Bequia, het meest noordelijke eiland van de
Grenadines. Het is erg leuk om ze weer te zien en we hebben veel om bij te
praten sinds Barbados. De volgende dag vertrekken we samen naar de Tobago Keys,
een wereld beroemd snorkelparadijs… maar daar zullen we in een volgend blog
over vertellen. Maar bovenstaande maakt vast wel duidelijk waarom we niet
eerder aan bloggen toe kwamen, gewoon veel te druk met genieten van deze
waanzinnig mooie wereld. We zijn echt niet voor niets die oceaan overgestoken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten