zaterdag 12 september 2020

Transit en cruising op gepaste afstand door de USA, deel 2

Vanuit Beaufort, North Carolina trekken we in etappes noordwaarts, naar Camden in Maine. Grote plaatsen mijden we net als havens en drukke gelegenheden. Cruisen in corona tijd geeft een andere dimensie aan reizen. In deel 2 reizen we door de noordelijkste staten.
Klassiek zeilen in de USA
Klassiek zeilen in de US
Cuttyhunk is een klein eilandje in de buurt van Martha’s Vineyard bij het befaamde Cape Cod. Het is onze eerste plek in de noordelijke staten. Het heeft een hele mooie beschutte baai waar we heerlijk rustig voor anker liggen omgeven door duinen. Een schitterend rustig plekje. We blijven een dag en maken een lange wandeling. We zien veel soorten vogels en in een vijver enorme grote lawaaierige brulkikkers. 

Cuttyhunk met mooie beschutte baai, het stipje achteraan is LJS
In de zomer wonen er 250 mensen, in de winter slechts 10. Er zijn momenteel nog bijna geen toeristen. Ter voorbereiding op het seizoen al wel veel corona maatregelen en waarschuwingen, veel meer dan we in het zuiden hebben gezien. Tijdens de wandeling struikelen we over de bordjes die iedere 50 meter aangeven dat je afstand moet houden, je handen moet wassen, etc. Mensen om afstand van te houden komen we niet tegen. Er is een klein buiten standje op de haven waar ze taco’s verkopen. De hygiëne maatregelen zijn driedubbel doorgevoerd. Handschoenen wisselen per klant, op de hele haven (buiten) is een mondkapje verplicht. We maken een start met het schoon krabben van het onderwaterschip dat sinds het vertrek uit de Carieb al weer flink aangegroeid is. Het is even wennen, de temperatuur van het water is van 27,5 bij Portsmouth naar 24 graden gegaan. Manon schildert nog een beetje en we komen weer bij van onze meerdaagse tocht. Kost toch altijd een dag voordat we weer helemaal uitgerust zijn.  
Op 1 juli zeilen we via de mooie kliffen van Martha’s Vineyard naar Lake Tashmoo. Dit is een klein binnenmeer dat bereikbaar is via een nauwe ondiepe ingang. Dan zijn wij altijd blij met LJS die als het moet maar 90 cm steekt. We gaan voor anker aan het einde van het meer compleet beschut door bomen. We spotten een paar visarenden die in de bomen nestelen. Het ligt er vol met houten zeilbootjes die typisch zijn voor deze streek. 
Erg druk met locale bezoekers en boten
Klassieke lijn, typische boten met mast voor op de boeg

In Nederland is net een documentaire over Cape Cod en Martha’s Vineyard op TV. Het thuisfront is onder de indruk van de mooie omgeving waar we varen maar waarschuwt voor de grote toestroom van witte haaien in dit seizoen. Ze komen hier op zeehonden jagen. Oeps, toch maar even selectief zijn in de locaties waar we het onderwaterschip schoonmaken. Het is ook niet voor niets dat de film Jaws hier is opgenomen. In de middag krijgen we slecht nieuws, Canada lijkt ook in juli niet open te gaan. Het is voor ons wel heel ver varen naar Groenland (zeker gezien het wat minder stabiele weer in de regio) als we geen tussenstop in Canada kunnen maken. We zien nog één tussen honk, twee kleine Franse eilandjes die ten zuiden van Newfoundland liggen. We sturen een mail naar de havenmeester of ze open zijn. Onze ervaring tot nu toe is dat Frankrijk open (met quarantaine) is voor alle EU-landen. We krijgen de volgende dag al antwoord dat we welkom zijn maar niet aan land mogen. We kunnen er wel water en diesel krijgen. We krijgen tevens een reactie van de leverancier van de watermaker. We hebben waarschijnlijk een filter dat niet goed is, hij stuurt wel een nieuwe op. Wij dus weer op zoek naar een behulpzame OCC port officer in Maine waar we het naar op kunnen laten sturen.
De volgende dag maken we een wandeling over Martha’s Vineyard naar het eigenlijke dorp Martha’s Vineyard. Eigenlijk is het een groot vakantie oord met het ene grote luxe huis naast het andere. Wel mooi gelegen in de bossen. Het is er net als in de Hollywood films, allemaal erg luxe en groot. Het is duidelijk dat het gegoede deel van Amerika hier hun buitenhuizen heeft. In het dorp wemelt het van de boetiekjes,  galerieën en specialiteiten winkels. De supermarkt heeft meer luxe artikelen dan standaard etenswaren. Het is bovendien erg druk in het dorp, hier wel vakantietijd en waarschijnlijk zijn veel New Yorkers de stad ontvlucht. De sfeer is bepaald anders dan in het zuiden. Daar wordt er gegroet en kijken mensen je open aan. Hier wordt stug langs elkaar heen gelopen en is de sfeer erg afstandelijk en onpersoonlijk. We zijn al vroeg weer bij de boot en gaan anker op. We varen weer naar ‘de overkant’, Nonameset Island tegenover Woodshole. Wij duiken helemaal achter in een baai en liggen uiteindelijk alleen voor anker, midden in het groen. Alweer een heel mooi rustig plekje in de natuur. Op de kant staat een villa met grote schuur tussen de bomen. Het eiland is privé eigendom en je mag er niet aan land. We liggen weer mooi beschut (kleine haaien kans?) dus we maken weer een stuk onderwaterschip schoon. Met de bijboot maken we een tochtje door de verschillende baaien van het eilandje. s’Avonds zien we de beheerders even rondwandelen en het paard binnen roepen. Het geeft wel een bepaald rustiek sfeertje.  
We blijven er een dagje liggen voor wat klusjes en genieten van de mooie omgeving. Een paar uur lang is er dichte mist en is het opeens 10 graden kouder. Voor het eerst in lange tijd eten we binnen.
Als we heel vroeg in de ochtend anker op gaan om het tij mee te hebben staan er herten op de kant. We varen weer naar Martha’s Vineyard naar Janny en Jacco met de Maaike-Saadet, kennissen uit Nederland. Zij varen al drie jaar aan deze kant van de oceaan van het verre noorden naar de Carieb heen en terug. Het is een gezellig weerzien en uitwisselen van ervaringen. Vorig  jaar zijn ze in Groenland geweest en wij leren van hun ervaringen. De volgende dag varen we beide richting het Cape Cod Canal, een mooie zeiltocht. We gaan voor anker in Onset Harbour direct bij de ingang van het Cape Cod Canal. We blijven er een dagje voor klusje en laatste restje schoonkrabben van de boot.
De volgende dag heel vroeg op om stroom mee te hebben door het kanaal, het is een vrij saai recht kanaal waar we met 9 knopen doorheen racen. Het is maar 10 mijl lang dus we hebben nog een volle dag over om een flinke slag naar het noorden te maken. We hadden bedacht dat we op de valreep nog onze ketting wilden laten galvaniseren in Boston. Al contact gelegd met het bedrijf maar bij het maken van een afspraak over de planning werd alles vaag. We zien ook dat er veel corona gevallen zijn. We zien er toch weer vanaf en wijzigen onze koers. Eind van de dag varen we de baai van Glouchester binnen. Het stadje is erg mooi gelegen en doet sterk denken aan Darthmouth in Zuid Engeland. Voor we de volgende dag varen we met LJS eerst een rondje door de haven die dwars door het stadje loopt. Sight-seeing vanaf het water. 

We varen weer een lange dag noordwaarts. Na een paar uur liggen de kar en de zeillat van het grootzeil weer uit elkaar. Tijd voor vervanging met de nieuwe zwaardere versie. We kunnen ze nergens vinden. Het is altijd hetzelfde, we hebben zoveel spullen op deze paar vierkante meter dat we altijd alles kwijt zijn. De nieuwe karren vinden we pas na drie dagen zoeken en alles twee keer overhoop en in en uit gepakt te hebben.
Het nieuwe patroon voor de watermaker is inmiddels in Camden Maine bezorgd en in een paar flinke etappes via Isle of Shoals, York, Wood Island Harbour en Seguin Island komen we op 12 juli aan in Camden, Maine. We liggen overal maar kort maar het geeft wel een indruk van de kust van Maine, erg mooi en ruig met veel eilanden en baaien, veel krabben potten (met daaraan boeitjes die in je schroef komen als je er over vaart) en heel veel mist. Kortom uitdagend varen in deze omgeving.
Seguin Island
Isle of Shoals


Veel, heel veel visboeitjes
Zodra we Marty en Paul, de port officers in Camden laten weten dat we aangekomen zijn springen zij in de bijboot en komen de bestelde spullen langs brengen. Wat weer super aardig en behulpzaam. 
De pakjesboot komt er aan
Wij liggen voor anker en houden goed afstand. Het corona beleid in Maine is het strengste in de hele US. Als we het goed begrijpen zouden we eigenlijk zelfs 14 dagen in quarantaine moeten na aankomst. De soep wordt gelukkig niet zo heet gegeten als opgediend. We mogen met de bijboot wel aan de steiger van de yachtclub aanmeren maar altijd, ook buiten op straat, een mondkapje op. Vrijwel iedereen zie je buiten op straat met een kapje lopen. Onze ervaringen met de corona maatregelen geven wel weer hoe verschillend de verschillende staten zijn en dat er nauwelijks nationaal beleid is, het meeste wordt door de individuele staten zelf bepaald. Dit geldt voor veel terreinen gezondheidszorg, milieu, infrastructuur maar ook belastingen en de verschillen zijn groot (in Oriental 1500$ nabij New York 25.000$). De volgende dag verkennen we Camden, starten met onze klussenlijst voor vertrek naar het noorden. We mogen aan een ponton (zonder verbinding naar de kant) in de haven liggen. Erg handig voor twee dagen, we ontroesten en behandelen de ankerketting zodat die nog een tijdje langer mee kan. Stef plaatst het nieuwe patroon in de watermaker. Hoera, het werkt en we maken heerlijk water.
Krijg het nieuwe patroon maar weer
eens onder de vloer
Hoera, TDS van 66 en 70 liter per uur!
Ketting ontroest en in de zinkoxide gezet
We eten een avond bij Marty en Paul, ook Dale en Doug zijn er. Zij hebben een pilot voor Newfoundland geschreven en geven tips over verlaten baaien waar je in geval van nood (omdat we Canada niet in mogen) zou kunnen ankeren. We eten buiten op het terras aan een enorme tafel zodat we voldoende afstand kunnen houden. Terwijl wij lekker eten en gezellig kletsen werkt de grote wasmachine en droger een berg was weg. Ook erg handig, zeker in deze wat nattere oorden. Na twee dagen aan de steiger gaan we nog een nacht weer voor anker (ons ben sûnig). Manon gaat met Marty in de auto naar een grote supermarkt om inkopen te doen voor de komende maanden. Twee boodschappenkarren vol. Het is weer even puzzelen om dat allemaal in de boot weg te werken. We tanken de boot vol diesel en nemen extra benzine mee voor de generator (nodig voor de watermaker). Er is nog druk mailverkeer met contacten over toegang tot Canada, horen dat je mag transitten (vrije doorvaart) als je naar ander land onderweg bent. Helaas krijgen we van de Canadese overheid zelf geen reactie. Maar we hebben ons gemeld en hopen dat we niet gearresteerd worden mochten we ergens moeten ankeren omdat er toch een storm aankomt. Er is net wel bericht van een Noorse boot die daadwerkelijk gearresteerd en van de boot gehaald is bij aankomst in Labrador. Dat willen we toch echt wel voorkomen.
Voor anker bij Camden
Borrel met andere OCC zeilers, op gepaste afstand natuurlijk
Op 16/7 gaan we anker op om via eilanden in Penopscot Bay dichter bij Nova Scotia te komen en een gunstig weergat af te wachten. We ontmoeten ook de Maaike-Saadet weer die al in Perry Cove liggen. Weinig zwaairuimte dus we ankeren beide en binden de achterkanten van de boten aan elkaar. Makkelijk overstappen. Weer een nieuwe manier van ankeren ontdekt. 
Kont aan kont met de Maaike-Saadet
De volgende dag varen we samen naar Seal Cove. We proberen beide te vissen maar geen geluk. Wordt het toch nog de lang beloofde vega Chili voor de Maaike Saadet. De baai doet zijn naam eer aan er liggen zeehonden op een rots te rusten. En natuurlijk zoals overal hier ligt het vol met kreeftenpotten. Het is echt slalommen om de vele boeitjes. En dan te bedenken dan men zegt dat er dit jaar weinig liggen omdat de export naar het verre oosten wegens corona is gestaakt. Je moet er niet aan denken om hier te varen als er nog meer liggen.



En we hebben hem gespot, de zeearend
Maar dan is het zo ver. De voorspellingen zijn goed, de boot is er klaar voor en wij zijn zenuwachtig. We gaan er voor. Op 18/7 gaat het anker omhoog en vertrekken we richting St Pierre et Miguelon, Frankrijk.   

maandag 31 augustus 2020

Transit en cruising op gepaste afstand door de USA, deel 1

Vanuit Beaufort, North Carolina trekken we in etappes naar het noorden, Camden in Maine. Grote plaatsen mijden we net als havens en drukke gelegenheden. Cruisen in corona tijd geeft een andere dimensie aan reizen. In deel 1 beleven we onze reis door de North Carolina en Virginia.
De verstilde wateren van de ICW
Vanuit Beaufort nemen we de Intracoastal Waterway (ICW) naar de Chesapeake Bay. Het lijkt ons een leuke afwisseling om binnendoor over kanalen en meren te varen na onze tochten over de oceaan. Gelijk op de eerste dag kunnen we al genieten van de natuur die de ICW te bieden
heeft. We hebben dolfijnen om de boot, pelikanen maken duikvluchten om ons heen en op de vaarweg markeringen broeden visarenden. Het is heerlijk varen met zo veel om je heen te zien. We ankeren op een mooi
We halen de krant
plekje waar de roggen schijnbaar paaien en om de boot spartelen. De volgende dag na een enorme hoosbui gaan we anker op en op motor verder naar Oriental. Daar kan je twee dagen gratis aan het town dock liggen midden in het kleine stadje (500 inwoners, geen corona). 




Net Nederland, heel plat
Fietsen zijn te leen bij de watersport annex biologische winkel (heel aparte combi, bijzonder handig). Dus we blijven en maken een fietstocht van 35 km door de omgeving. Het is er heel plat, net Nederland. Grote percelen bos en akkers. Zodra je buiten het dorp komt veranderen de huizen. In het dorp zijn ze groot en mooi, er buiten zijn het meer de vervallen campervans die opvallen. Het verschil in rijkdom is opvallend (en schrijnend).
Alles aan Oriental is lieflijk
Kunstige rioolontluchtingen, draken










Aan het Towndock ontmoeten Martijn, volgens de Bruinisser Courant de laatste boekanier van Nederland. Erg gezellig en we genieten van zijn verhalen over strooptochten in Caribische wrakken en de aanpassingen aan zijn boot. Een oude mast functioneert nu als enorme boegspriet op de Prinses Mia. Het maakt het verblijf in Oriental erg gezellig. We worden door de OCC Port officers aangesproken en krijgen een uitnodiging om aan een steiger te komen liggen als we langer in Oriental willen blijven. Dat lijkt ons wel wat. Via een doolhof van kreken (we meren 3 keer aan een verkeerde steiger af, tot grote schrik van de eigenaren), komen we op een mooi plekje aan een ruime privé steiger in de tuin van Carol en Ken. Voormalig wedstrijd zeilers en nu een powerboat om mee te spelen. Het ligt midden in het groen en de tuin zit vol met voor ons exotische vogels.
Blue Jay
Red Headed Woodpecker
Northern Watersnake (ca 1 m lang, zwom naast de boot) 

Voor we het weten zijn er 10 dagen voorbij. We genieten van het gezelschap van Carol en Ken, Dee en Don en Ina en Kazuru. Dit laatste stel komt een paar dagen later ook aan de steiger liggen en zijn Amerikaanse cruisers. Het is reuze gezellig en we genieten van de
Huizen worden opgehoogd, de ligging in een floodplane
maakt dat er geregeld overstromingen zijn, steeds meer.
enorme gastvrijheid. We doen veel was in de grote wasmachine in huis. Fietsen van hot naar her op de fietsen die voor ons klaar staan. Fietsen is eigenlijk niets voor de Amerikanen en ze snappen niet waarom we niet de derde auto pakken. Het is een verleidelijke Ford Mustang cabrio,
“De
sleutel zit er in, neem maar mee”, krijgen we herhaaldelijk te horen. Maar wij zien de verzekerings ellende al op ons af komen bij schade en Oriental is erg klein, op de fiets ben je overal in 10 minuten. We werken wat klussen af van onze lijst en we zijn erg blij als we de watermaker netjes weggewerkt in de boot krijgen. Ook hier een bijdrage van de gastvrije mensen, Ken regelt een op maat gezaagde houten ombouw voor het bedieningspaneel. We vieren de verjaardag van Ken met appeltaart. Het is tevens een soort bakwedstrijd met de ene dag heerlijke blueberry pie van Carol, chocolate chip cookies van Ina of gemberboterkoek van Manon (Aly’s recept natuurlijk). Het is heerlijk om een langere tijd zo ontspannen ergens te zijn. Langzaam komt in Oriental ook het openbare leven weer op gang. Met Ina en Kazuru gaan we naar de Silo’s voor een country optreden. Bij binnenkomst blaast de airco en zijn er te veel mensen, wij maken rechtsomkeert. We moeten er niet aan denken om ziek te worden en proberen het risico te zo klein mogelijk te houden. Op de weg terug genieten we van de vuurvliegjes. Het wemelt van de lichtjes die tussen de bomen oplichten, een schitterend schouwspel. Op de allerlaatste dag ontmoeten we toevallig nog de Turtle Lady (en 94 jaar oude aquarobics lerares van Carol) terwijl we staan te kijken naar een schildpad vlakbij haar huis. Ze nodigt ons uit voor haar voedermoment

 Het is een heel klein, krom, heel oud dametje die dagelijks de schildpadden in de vijver achter haar huis voert. Daar is ze mee begonnen zodat ze haar groentetuin niet meer leeg eten. Inmiddels doet ze het al jaren en gaan er kilo’s hondenbrokken doorheen (veel goedkoper dan schildpadden brokken volgens haar, en ze eten alles). Op het voedermomentje komen tussen de 50 en 100 snapper schildpadden af. Het zijn de lelijkste en agressiefste schildpadden die er zijn, je bent zo een vinger kwijt. Maar het is een mooi gezicht en een erg grappige vrouw. Weer een voorbeeld van een zeer actieve oudere waar we er hier veel van zien. Iets maakt dat je hier gezond heel oud kan worden.

Maar na tien dagen is het echt tijd voor afscheid. 
Afscheid van onze nieuwe vrienden, we komen terug.
We worden uitgeleide gedaan door onze nieuwe vrienden en kiezen weer het ‘ruime’ sop van de ICW. 


Dreigende luchten boven de ICW, vaak aan einde van de dag
We motorren en zeilen via meren en kanalen van ankerplek naar ankerplek. Af en toe houden we pauze om een flinke onweersbui te laten passeren. Het is hier heel normaal dat er iedere dag één of meerdere flinke onweerbuien overtrekken. Wij trekken alle stekkers van de elektronica er uit en de kabels van de marifoon antennes. Uit die losse antennestekkers in de boot komen vonken als er een bui overtrekt. Nog nooit meegemaakt, moet wel erg veel lading in de lucht zitten. De hele 
Vonken uit de antennekabels
route gaan we door een floodplane die bij stormen en orkanen geregeld onder water loopt. Het is erg plat met veel bossen en af en toe wat akkerland. We zien veel vogels, schildpadden en roggen. Als we de
Aligator River oversteken speuren we naar krokodillen maar die zijn er niet (meer?). Sporadisch is er een dorp/stadje zoals Belhaven en Elisabeth City. Het zijn kleine slaapstadjes die hun beste tijd ergens lang geleden hebben gehad. In Elisabeth City meren we aan het Town Dock af. Na een half uur weten we niet wat we zien. Er komt nog een OVNI aan varen (Ons boottype is een OVNI, Frans merk). Die zie je aan deze kant van de oceaan eigenlijk niet. Het is de Mercury van Rosie en Richard. Een Brits echtpaar die nabij New York wonen en de boot hebben opgehaald uit Frankrijk.
De volgende dag varen we samen het Dismal Swamp Canal op. Het
Dismal Swamp Canal
wordt even spannend als we van een Amerikaanse boot (April Fools van Chelsea en Chris) horen dat een boom het kanaal verspert. Met drie boten varen we door het mooie door bomen omgeven kanaal en proberen informatie te krijgen over de versperring en hoe lang die nog duurt. Niemand weet er wat van. April Fools moet aan het werk en draait om, neemt de andere route om zeker te zijn van doorgang. Wij tuffen rustig verder, een boom kunnen we zelf ook nog wel
Roodwang schildpadden waar je maar kijkt
wegtrekken. Dit kanaal ligt vol met bomen aan de kant en ook op de bodem. Een paar keer horen we een flinke knal als het zwaard of schroef een gezonken boom/tak raakt. 

Bij het Dismal Swamp Canal Info Centre is
een steiger waar we kunnen overnachten. De Mercury komt naast ons liggen en we kletsen bij over onze ervaringen met OVNI’s. We ontmoeten er ook de OCC-ers Tracy en Tim van de Deux Jolie. (valt er al iets op aan al die namen?) Het zijn kennissen van Dee en Don die we in Oriental net hebben gemist. Het is leuk hoe gemakkelijk je contact maakt onderweg, ook erg gezellig en iedereen heeft wel weer tips of kan even een handje helpen met een klusje of probleem.

We maken een wandeling door het Dismal Swamp. Best spannend want er woont een hele grote zwarte beren populatie. Van beren gelukkig geen spoor. Wel veel muggen, libelles en roodwang schildpadden. 
Verstilde spiegelingen in het moeras
Kardinaal

Zebra Swallowtail vlinder

Geen idee.. de gif groene kop is kleiner dan nagel van pink

Na de wandeling tuffen we weer verder. Het is heet, 36 graden, in de schaduw. Aan het eind van de dag meren we af aan het Elisabeth Dock net voor de sluis. Al
weer een gratis ligplaats, daar treffen we het mee. We wandelen nog even over het sluiseiland en zien foto sessies van High School graduates, trots lopen ze in hun jurk met typische hoedje op.
Huisje sluiswachter
Profi foto shoot
De volgende dag door de sluis. De sluiswachter is een orakel dat even een half uur college geeft over de Intracoastal Waterway en en passant een cursus conch blazen geeft (een conch is een grote schelp waarop in de Bahama’s wordt getoeterd.) Van de sluis varen we via een paar oude roestige hefbruggen door naar Portsmouth tegenover Norfolk. Volgens de sluiswachter is daar een gratis ligplaats en bovendien een veel kleiner plaatsje dan Norfolk waar vrij veel corona is. Portsmouth blijkt een mooi
Veelal begin 1800, oude kern van Portsmouth
plaatsje met een kern van hele oude houten huizen. We wandelen er wat rond. Treffen de bemanning van de April Fools weer die met ons de pont nemen naar Norfolk. Ze geven ons daar een kleine rondleiding en we drinken koffie in een alternatief koffiehuis. Daarna wandelen we naar Greta en Gary, de OCC Port Officers in Norfolk. We hebben visitekaartjes met al onze gegevens besteld en die bij hen laten bezorgen. Het is weer een fit ouder echtpaar die achter in de 70 zelf nog actief zeilen. Ze brengen ons ook even naar de watersportzaak
Overal kunstmeerminnen in Norfolk
buiten de stad voor een andere marifoon omdat ze in Amerika van alle bekende standaarden afwijken, Europa eigenwijs is en geen twee set kanalen toestaat, maar de winkelier geen zin heeft ons een aanbieding te verkopen, helaas, en als nederlander bent ons zunig en kopen we niet die veel te dure. We doen ook een poging om houdbare melk in te slaan. We hebben besloten om via de noord naar Nederland te varen en starten met het herbevoorraden van de boot. Het blijkt dat houdbare melk in Amerika nauwelijks te krijgen is. In iedere winkel (groot en klein) komen we niet verder dan 3 pakken. Na 2 winkels zijn we 6 pakken melk rijker en gelukkig ook andere boodschappen en zijn blij met de lift terug naar de boot door de inmiddels stromende regen. Ze laten ons ook nog even zien waar een paar dagen geleden een Confederalisten (zuiderlijken) monument omver is gehaald. Het is de eerste keer dat we iets
Veel oud ijzer in Norfolk, de spoorbrug
haperde, spannend moment.
zien/merken van de onlusten.
Maar zo al net genoemd, wij hebben een besluit genomen. Gezien corona is het lastig cruisen, in de Carieb gaan eilanden open maar ook net zo goed weer op slot. Het is tijd voor familiebezoek en vliegen zien we niet zitten met die rondvliegende virussen. In Amerika is de situatie zowel qua corona, rellen, als de komende verkiezingen nogal explosief dus daar willen we ook niet blijven hangen (hoe goed onze ervaringen hier ook zijn). Kortom we zeilen terug naar Nederland, van daaruit kijken we wel weer verder. En Groenland en IJsland stonden al lang hoog op onze lijst om te bezoeken dus we gaan noord uit. Daarmee hebben we wel haast gekregen want het is inmiddels 25 juni en augustus is de maand voor Groenland en eigenlijk ook voor IJsland en we moeten nog een eindje.
Het is tijd om naar
het noorden te varen
De bijboot verhuist van de davits naar het voordek en de buitenboordmotor gaat naar binnen, de windvaan er weer op. Op 26 juni tanken we vol diesel en varen de Chesapeake Bay op en gelijk weer uit. Die verkenning zal moeten wachten op een andere keer. We kijken nog wel even onze ogen uit naar de rij enorme vliegdekschepen die bij Norfolk afgemeerd liggen. Het is een enorme marinehaven en werf. 
 


Op zee treffen we weinig wind en varen een halve dag op motor. We zien een paar dolfijnen jagen en wagen zelf ook een poging tot vissen, weer zonder resultaat. Eind van de dag kunnen we zeilen en varen we ver
buiten de Amerikaanse kust naar het noorden. We slaan de steden Washington en New York over vanwege corona en de rellen. Jammer maar er is nog veel anders te zien. Zo houden we reisdoelen over denken we maar. We zien onderweg veel dure grote particuliere visboten die met hoge snelheid rondscheuren (25 knopen is geen uitzondering). Als we twee dagen onderweg zijn (ter hoogte van Long Island) zien we walvissen. Ze maken bellen cirkels in het water en we zien ze met open gesperde bek boven water komen. Spectaculair! En eindelijk dan toch die walvissen. 




Als je goed kijkt zie je dat er dolfijnen en vogels rond de walvissen cirkelen. 

Maar wat het meest opvalt is de hoeveelheid ballonnen, van die
‘aluminium’ helium ballonnen. Per dag tellen we ze, 14, 18 en 25 stuks. We kunnen er een paar uit het water vissen. We hebben onderweg weer een paar keer onweer en voor het eerst ook dichte mist. 
Onderweg hebben we ook voor het eerst water gemaakt met onze nieuwe watermaker. Het voelt goed om zelf van zout zoet water te kunnen maken. Het maakt ons weer onafhankelijker, in deze corona tijden erg fijn. We hebben echter onze twijfel over de kwaliteit. We komen niet lager dan een TDS van 800 ppm waar deze volgens de specificaties ca 100 moet zijn. De smaak is heel licht zout.
Op 29 juni komen we aan op Cuttyhunk. Onze eerste voet aan land in het noorderlijk deel van de US. Daarover meer in deel 2.



Ps Is je wat opgevallen aan de namen van de mensen die we ontmoeten? Ongeveer 90% van de stellen die wij ontmoeten heeft namen die met de zelfde voorletter beginnen. We hebben de echtscheidingscijfers er niet op na geslagen maar wellicht is het een goed criterium voor partnerkeuze?




En voor wie nu nog niet genoeg gelezen heeft. Varend door de Dismal Swamp vonden we het volgende gedicht van Longfellow. Het geeft een beeld aan de geschiedenis van de US en achtergrond bij de recente ontwikkelingen.