vrijdag 5 augustus 2016

(zomer 2016)

Sao Jorge en Terceira

We bezoeken nog twee eilanden van de Azorengroep. In totaal zijn het er negen en wij ontdekken dat ze allemaal hun eigen karakter hebben.  


Sao Jorge, (wederom) een groene idylle



In Sao Jorge worden we opgewacht door welkomstcomité van de Tern en de havenmeester. Ze hebben een plekje aan de kade voor ons in het kleine schattige haventje. Morgen vertrekt de voor ons bekende Dubbel Dutch en kunnen we dieper de haven in. Het haventje ligt onderaan een hoog klif in een schitterend natuurlijk kommetje, met natuurlijk een enorme golfbreker aan de buitenkant.
 
 De avond dat we aankomen valt samen met de aankomst van Anja, een kennis uit Nederland. We belanden de eerste avond al toevallig in hetzelfde restaurant en toasten op ontmoetingen op mooie plekjes met een caiparina. Anja komt aan boord kijken en ze gaat een avondje gezellig mee uit eten. Leuk om heel toevallig een bekende tegen te komen.

Naast het haventje ligt het kleine stadje Velas, erg oud en authentiek. Heel rustig met gezellig pleintje, straten vol mozaïek, de gebouwen meest wit, en een boulevard langs het water. We eten een paar keer buiten de deur. Het eten is erg goedkoop op de Azoren en smaakt prima. Heerlijke visgerechten en Stef kan zich te buitengaan aan enorme steaks die volgens hem nog echt naar koe smaken.





Iedere avond luisteren we naar het gegiechel van de Cory Stormvogels die, als ze op zee zijn uit vergaderd, komen overnachten op richels van het klif. Daarbij voeren ze flink strijd om de mooiste richels en jagen elkaar weg wat met veel kabaal gepaard gaat. Dat meeuwen geschreeuw van deze stormvogels klinkt erg als luidruchtig gegiechel of een kamer vol met ouwe bettende tantes.

Samen met de Tern huren we voor twee dagen een auto om het eiland te verkennen en wat wandelingen te maken. Plat gezegd doet het ons erg aan Nederland denken: groen, koeien en kaas… alleen niet plat. Het eiland bestaat uit een langgerekte vulkanische richel die stijl uit het water omhoog komt. De wandeling naar de vuurtoren op de westpunt van het eiland is erg mooi met Nederlands tintje door de lange rechte weg
waardoor je al van verre het stipje op de horizon ziet waarheen de weg voert. Maar links en rechts mooie glooiende heuvels en alle weilanden omzoomd door bloeiende blauwe hortensia’s. Voortaan zal ik bij blauwe hortensia’s altijd blij aan de Azoren denken (en reken er maar op dat er één in de tuin komt;-) ).

Met de auto rijden we over kleine kronkelende weggetjes en bezoeken kleine dorpjes en het andere stadje Calhetta.

In het haventje van Calhetta landt een vissertje een enorme hoeveelheid vis aan. Wij staan ontsteld te kijken naar de berg haaien die er tussen zit. Het gaat niet goed met de haai maar dat schijnen ze hier nog niet te merken.








In een piepklein, moeilijk te vinden dorpje bezoeken we een weverij van oude dametjes die nog authentieke Azoriaanse kleden maken. De weefgetouwen en de vrouwtjes strijden om wie er nu het oudste is. Wij komen er niet uit ze spreken geen woord over de grens. 

Aan de noordkust maken we een flinke wandeling naar een dorp dat alleen te voet (en tegenwoordig met quad) te bereiken is. Het ligt onderaan het klif op een Faja, een in zee uitlopen de puinhelling die een plateau onder aan het klif heeft gevormd. Veel van de dorpen en stadjes staan op Faja’s, alleen daar is het vlak, vruchtbaar en ze zijn per boot bereikbaar. 

Bij het dorpje worden limpets (vulkaanvormig schelpdier) gekweekt, als enige plek op de Azoren. We proberen ze terug in de stad, heerlijk. Onderweg proberen we voor de lunch de dagmenu’s van de restaurantjes in de kleine dorpjes en eten en drinken voor 6€ pp heerlijk. Het is ook gezellig om samen met Larry en Manice van de Tern onderweg te zijn. Hun Engelse droge humor werpt geregeld een ander licht op het geen we onderweg zien. Het betekent wel dat Stef voor iedere koe op de rem moet zodat Manice als ex-veearts een foto kan maken. Ook koeien bekijken we nu met andere ogen, je hebt zelfs verschillende merken! Als we midden over het eiland over de kammen van de hoogste oude vulkanen rijden belanden we weer eens in de mist.
Nu viel die mee en trok geregeld even weg, het weggetje echter werd van onverhard maar goed begaanbaar, naar onverhard en zeer twijfelachtig. Draaien was niet mogelijk dus wij reden langzaam door. Gelukkig loodste Stef als onvolprezen chauffeur ons weer veilig naar beneden naar de onverharde weg. We hebben boven nog wel even het stukje naar de hoogste bergtop gelopen naar kratermeertje en een mooi deels wat mistig uitzicht. We zullen tips van mensen die een eiland op een quad verkennen voortaan wat minder snel opvolgen.

Na 5 dagen nemen we afscheid van de aardige havenmeester en vertrekken we in alle vroegte naar Terceira. Het eerste stuk onder langs Sao Jorge moeten we helaas op de motor varen geen wind en het zuchtje dat we hebben komt van voren. Het spiegelgladde water maakt wel dat we de Risso Dolphins, een soort witte Griend, goed kunnen zien aankomen. We varen langzaam de boot op hun route en ze zwemmen vlak langs. Het is een flinke familie die, net als de iets grotere Griend, onverstoorbaar doorzwemt en geen interactie heeft met boten. Wel heel bijzonder dat er enkele spierwit zijn. Het schijnt dat hoe ouder ze worden hoe witter.
Als we onder Sao Jorge uit zijn krijgen we wind en kunnen we de rest van de weg naar Terceira zeilen. Eind van de middag komen we aan en kunnen we nog net een box krijgen in de volle haven, heel gezellig naast de Tern.   



Terceira, bruisend en feestend slot van de Azoren

Op Terceira hebben we in Angra de Heroismo de reuring gevonden. Het is feest, we waren gewaarschuwd door Jet van de Morning Glory en hebben er met volle teugen van genoten. Iedere avond de stad in voor weer een parade. Wat geweldig dat men hier zo samen feestviert en iedereen zijn moment in het middelpunt kan hebben. We hebben parades gezien van de sportclubs, oude auto’s, motoren, fanfares, dansgroepen. Jong en oud loopt dan tussen fanfaremuziek door de stad en wordt door jong en oud aan de kant toegejuicht. De straten afgeladen vol met mensen en geen politie te zien. Verder overal, met name bij ons bij de haven, eet- en drinkstandjes. Op het podium aan de haven tot de vroege ochtend een concert. Maar wij hadden oordoppen en waren moe dus slapen was geen probleem.
Heel grappig ook waren de stand-up restaurantjes in schuren en (lege?) winkelpanden. Overal werden Azoriaanse gerechten verkocht, de ene met duidelijk een betere kok dan de andere.
Als we op een middag boodschappen doen belanden we opeens tussen de dronken en opgefokte mannen, tot onze schrik worden er ook nog hekken om ons heen geplaatst. Gelukkig kunnen we er via een hele kleine opening (alleen voor de slankeren onder ons) naar buiten. Het kon niet lang meer duren of het rennen met stieren door de straten zou beginnen. We hebben er diverse filmpjes over gezien op de vele straathoeken met een televisie. Het is een volksvermaak op de Azoren om een stier aan een lang touw door de straten achter mensen (dronken mannen dus) aan te laten rennen. Geregeld wordt er één op de horens genomen of ramt zo’n stier dwars door de afrastering naar huizen of ‘veilige’ straten heen. Wij waren het er over eens dat wij dit niet hoefden te zien, sneue actie met dieren (ik laat even in het midden wie er in dit geval het dier is).  

Tussen het bezoeken van de festiviteiten door gaan we met de Tern bemanning weer twee dagen in een gehuurde auto op stap en rijden het hele eiland rond. We bezoeken een kaasmakerij, proeven en kopen we kaas. Het lijkt een beetje op Nederlandse Goudse kaas en smaakt goed, zeker de wat meer gerijpte. We bekijken het stadje aan de oostkant, Praia Vitoria, en besluiten dat het in de haven van Angra veel gezelliger is. We maken een wandeling in het centrum van het eiland die we kozen omdat het op de berg te mistig was, het bleek een echt hoogtepunt. We liepen door velden en bossen omhoog tot aan de rand van de caldeira, vulkaankrater, en moesten het laatste stuk echt klimmen en klauteren. Daarna konden we dansen op de rand van de vulkaan met een grandioos uitzicht. 


Het is hier echt een spectaculair landschap dat erg tot wandelen uitnodigt. We bezoeken ook nog een grot in het hart van een vulkaan, bijzonder om zo diep onder de grond een natuurlijke holte ter grote van een flinke sporthal tegen te komen. Om af te dalen tot op de bodem moesten we 350 treden naar beneden. 

Het landschap is heel afwisselend met steile heuvels, ruige kusten en oude vulkaankegels. Alles groen en bedekt met bossen, groene weilanden en vele bloemen. En natuurlijk weer die blauwe hortensia’s afgewisseld met knal blauwe Afrikaanse Lely’s. We benutten de auto gelijk voor het doen van boodschappen voor de naderende oversteek en halen diesel bij een tankstation. Het tankstation op de haven is bij een storm dit voorjaar kapot gegaan. Onvoorstelbaar als je de enorme muren en beschutte ligging van de haven ziet. Het geeft maar weer eens aan dat het op de oceaan een stuk meer kan spoken dan wij gelukkig meemaken.

De laatste avond gaan we met de Tern uit eten om onze laatste avond samen te vieren. Daarna samen naar de parade die het hoogtepunt vormt van de week. Dit jaar verspreid over twee dagen wegens de vele aanmeldingen, totaal ruim 30. Vele dansgroepen met ieder hun eigen fanfare doen een dans terwijl ze door de straten trekken. Iedere groep is anders en heeft gewaden aan waar veel tijd en fantasie aan te pas is gekomen. We kijken onze ogen uit.








De volgende dag doen we de laatste checks aan de boot. Stef gaat nog even de mast in en we tanken water. Dan nemen we afscheid van Larry en Manice en laten de Azoren achter ons. De blik gaat richting Falmouth voor het laatste deel van de reis in het oude vertrouwde Engeland waar we onze reis begonnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten