Sao Jorge en Terceira
We bezoeken nog twee eilanden van de Azorengroep.
In totaal zijn het er negen en wij ontdekken dat ze allemaal hun eigen karakter
hebben.
Sao Jorge, (wederom) een groene idylle
In Sao Jorge worden we opgewacht door welkomstcomité van de
Tern en de havenmeester. Ze hebben een plekje aan de kade voor ons in het
kleine schattige haventje. Morgen vertrekt de voor ons bekende Dubbel Dutch en
kunnen we dieper de haven in. Het haventje ligt onderaan een hoog klif in een
schitterend natuurlijk kommetje, met natuurlijk een enorme golfbreker aan de
buitenkant.
De avond dat we aankomen valt samen met de aankomst van Anja,
een kennis uit Nederland. We belanden de eerste avond al toevallig in hetzelfde
restaurant en toasten op ontmoetingen op mooie plekjes met een caiparina. Anja
komt aan boord kijken en ze gaat een avondje gezellig mee uit eten. Leuk om
heel toevallig een bekende tegen te komen.
Naast het haventje ligt het kleine stadje Velas, erg oud en
authentiek. Heel rustig met gezellig pleintje, straten vol mozaïek, de gebouwen meest wit, en een boulevard langs het water. We
eten een paar keer buiten de deur. Het eten is erg goedkoop op de Azoren en
smaakt prima. Heerlijke visgerechten en Stef kan zich te buitengaan aan enorme
steaks die volgens hem nog echt naar koe smaken.
Iedere avond luisteren we naar het gegiechel van de Cory
Stormvogels die, als ze op zee zijn uit vergaderd, komen overnachten op richels
van het klif. Daarbij voeren ze flink strijd om de mooiste richels en jagen
elkaar weg wat met veel kabaal gepaard gaat. Dat meeuwen geschreeuw van deze
stormvogels klinkt erg als luidruchtig gegiechel of een kamer vol met ouwe
bettende tantes.
waardoor je al van verre het stipje op de horizon ziet waarheen de weg voert. Maar links en rechts mooie glooiende heuvels en alle weilanden omzoomd door bloeiende blauwe hortensia’s. Voortaan zal ik bij blauwe hortensia’s altijd blij aan de Azoren denken (en reken er maar op dat er één in de tuin komt;-) ).
In het haventje van
Calhetta landt een vissertje een enorme hoeveelheid vis aan. Wij staan ontsteld
te kijken naar de berg haaien die er tussen zit. Het gaat niet goed met de haai
maar dat schijnen ze hier nog niet te merken.
In een piepklein, moeilijk te
vinden dorpje bezoeken we een weverij van oude dametjes die nog authentieke
Azoriaanse kleden maken. De weefgetouwen en de vrouwtjes strijden om wie er nu
het oudste is. Wij komen er niet uit ze spreken geen woord over de grens.
Aan
de noordkust maken we een flinke wandeling naar een dorp dat alleen te voet (en
tegenwoordig met quad) te bereiken is. Het ligt onderaan het klif op een Faja,
een in zee uitlopen de puinhelling die een plateau onder aan het klif heeft
gevormd. Veel van de dorpen en stadjes staan op Faja’s, alleen daar is het
vlak, vruchtbaar en ze zijn per boot bereikbaar.
Bij het dorpje worden limpets
(vulkaanvormig schelpdier) gekweekt, als enige plek op de Azoren. We proberen
ze terug in de stad, heerlijk. Onderweg proberen we voor de lunch de dagmenu’s
van de restaurantjes in de kleine dorpjes en eten en drinken voor 6€ pp
heerlijk. Het is ook gezellig om samen met Larry en Manice van de Tern onderweg
te zijn. Hun Engelse droge humor werpt geregeld een ander licht op het geen we
onderweg zien. Het betekent wel dat Stef voor iedere koe op de rem moet zodat
Manice als ex-veearts een foto kan maken. Ook koeien bekijken we nu met andere
ogen, je hebt zelfs verschillende merken! Als we midden over het eiland over de
kammen van de hoogste oude vulkanen rijden belanden we weer eens in de mist.
Nu
viel die mee en trok geregeld even weg, het weggetje echter werd van onverhard
maar goed begaanbaar, naar onverhard en zeer twijfelachtig. Draaien was niet
mogelijk dus wij reden langzaam door. Gelukkig loodste Stef als onvolprezen
chauffeur ons weer veilig naar beneden naar de onverharde weg. We hebben boven
nog wel even het stukje naar de hoogste bergtop gelopen naar kratermeertje en een
mooi deels wat mistig uitzicht. We zullen tips van mensen die een eiland op een
quad verkennen voortaan wat minder snel opvolgen.
Na 5 dagen nemen we afscheid van de aardige havenmeester en
vertrekken we in alle vroegte naar Terceira. Het eerste stuk onder langs Sao
Jorge moeten we helaas op de motor varen geen wind en het zuchtje dat we hebben
komt van voren. Het spiegelgladde water maakt wel dat we de Risso Dolphins, een
soort witte Griend, goed kunnen zien aankomen. We varen langzaam de boot op hun
route en ze zwemmen vlak langs. Het is een flinke familie die, net als de iets
grotere Griend, onverstoorbaar doorzwemt en geen interactie heeft met boten.
Wel heel bijzonder dat er enkele spierwit zijn. Het schijnt dat hoe ouder ze
worden hoe witter.
Als we onder Sao Jorge uit zijn krijgen we wind en kunnen we
de rest van de weg naar Terceira zeilen. Eind van de middag komen we aan en
kunnen we nog net een box krijgen in de volle haven, heel gezellig naast de
Tern.
Terceira, bruisend en feestend slot van de Azoren
Op Terceira hebben we in Angra de Heroismo de reuring gevonden. Het is feest, we waren gewaarschuwd door Jet van de
Morning Glory en hebben er met volle teugen van genoten. Iedere avond de stad
in voor weer een parade. Wat geweldig dat men hier zo samen feestviert en
iedereen zijn moment in het middelpunt kan hebben. We hebben parades gezien van
de sportclubs, oude auto’s, motoren, fanfares, dansgroepen. Jong en oud loopt
dan tussen fanfaremuziek door de stad en wordt door jong en oud aan de kant
toegejuicht. De straten afgeladen vol met mensen en geen politie te zien.
Verder overal, met name bij ons bij de haven, eet- en drinkstandjes. Op het
podium aan de haven tot de vroege ochtend een concert. Maar wij hadden
oordoppen en waren moe dus slapen was geen probleem.
Heel grappig ook waren de stand-up restaurantjes in schuren en
(lege?) winkelpanden. Overal werden Azoriaanse gerechten verkocht, de ene met
duidelijk een betere kok dan de andere.
Als we op een middag boodschappen doen belanden we opeens
tussen de dronken en opgefokte mannen, tot onze schrik worden er ook nog hekken
om ons heen geplaatst. Gelukkig kunnen we er via een hele kleine opening
(alleen voor de slankeren onder ons) naar buiten. Het kon niet lang meer duren
of het rennen met stieren door de straten zou beginnen. We hebben er diverse
filmpjes over gezien op de vele straathoeken met een televisie. Het is een
volksvermaak op de Azoren om een stier aan een lang touw door de straten achter
mensen (dronken mannen dus) aan te laten rennen. Geregeld wordt er één op de
horens genomen of ramt zo’n stier dwars door de afrastering naar huizen of
‘veilige’ straten heen. Wij waren het er over eens dat wij dit niet hoefden te
zien, sneue actie met dieren (ik laat even in het midden wie er in dit geval
het dier is).
Tussen het bezoeken van de festiviteiten door gaan we met de
Tern bemanning weer twee dagen in een gehuurde auto op stap en rijden het hele
eiland rond. We bezoeken een kaasmakerij, proeven en kopen we kaas. Het lijkt
een beetje op Nederlandse Goudse kaas en smaakt goed, zeker de wat meer
gerijpte. We bekijken het stadje aan de oostkant, Praia Vitoria, en besluiten
dat het in de haven van Angra veel gezelliger is. We maken een wandeling in het
centrum van het eiland die we kozen omdat het op de berg te mistig was, het
bleek een echt hoogtepunt. We liepen door velden en bossen omhoog tot aan de
rand van de caldeira, vulkaankrater, en moesten het laatste stuk echt klimmen
en klauteren. Daarna konden we dansen op de rand van de vulkaan met een
grandioos uitzicht.
Het is hier echt een spectaculair landschap dat erg tot
wandelen uitnodigt. We bezoeken ook nog een grot in het hart van een vulkaan,
bijzonder om zo diep onder de grond een natuurlijke holte ter grote van een
flinke sporthal tegen te komen. Om af te dalen tot op de bodem moesten we 350
treden naar beneden.
Het landschap is heel afwisselend met steile heuvels,
ruige kusten en oude vulkaankegels. Alles groen en bedekt met bossen, groene
weilanden en vele bloemen. En natuurlijk weer die blauwe hortensia’s afgewisseld
met knal blauwe Afrikaanse Lely’s. We
benutten de auto gelijk voor het doen van boodschappen voor de naderende
oversteek en halen diesel bij een tankstation. Het tankstation op de haven is
bij een storm dit voorjaar kapot gegaan. Onvoorstelbaar als je de enorme muren
en beschutte ligging van de haven ziet. Het geeft maar weer eens aan dat het op
de oceaan een stuk meer kan spoken dan wij gelukkig meemaken.
De laatste avond gaan we met de Tern uit eten om onze
laatste avond samen te vieren. Daarna samen naar de parade die het hoogtepunt
vormt van de week. Dit jaar verspreid over twee dagen wegens de vele
aanmeldingen, totaal ruim 30. Vele dansgroepen met ieder hun eigen fanfare doen
een dans terwijl ze door de straten trekken. Iedere groep is anders en heeft
gewaden aan waar veel tijd en fantasie aan te pas is gekomen. We kijken onze
ogen uit.
De volgende dag doen we de laatste checks aan de boot. Stef
gaat nog even de mast in en we tanken water. Dan nemen we afscheid van Larry en
Manice en laten de Azoren achter ons. De blik gaat richting Falmouth voor het
laatste deel van de reis in het oude vertrouwde Engeland waar we onze reis
begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten