Als we eindelijk van Saint Martin wegvaren kijken we nog
lang achterom, nog uren blijft het eiland in zicht. Het zal toch altijd een
speciaal plekje innemen, we hebben er lieve behulpzame mensen ontmoet en in
mooie
|
We laten St Martin achter ons |
baaien gelegen. We kijken achterom met een dubbel gevoel. Ondanks de
lock-down hebben we het erg naar onze zin gehad. Nog nooit hebben we zo
lang op één plek gelegen. We zijn volledig tot rust gekomen terwijl er zich ook
langzaam een onrust in ons opbouwde. Wanneer wordt deze griezelige en
ongrijpbare situatie beter? We zitten te wachten maar waarop eigenlijk? Hoe
kunnen we ons risico zo klein mogelijk maken? Waar kunnen we heen voordat het
orkaanseizoen aanbreekt? Maar ook wat staat ons te wachten nu we verder gaan?
Mogen we Amerika echt in?
Met met een lekkere 12-15 knopen wind in de rug gaan we als een
speer richting nieuwe horizonten en avonturen. Eind van de middag hebben we ook Anguila het buureiland van St Martin al achter ons gelaten. Met een kleine hik-up. Het is er even wat ondieper en we
pikken een visboeitje op. Opeens gaan we nog maar 2 knopen en zien we de
balletjes in ons zog meeslepen. Gelukkig is het genoeg om het roer omhoog te
pompen om ze weer kwijt te raken. We zetten de boom in de genua en 1 rif voor
de
|
Met alles vast en uitgeboomd gaat het heerlijk rustig |
nacht. Net voor het donker is komt er een vliegtuigje overvliegen. Hij
draait om en vliegt nog een rondje om ons heen. Als het donker is zien we ook
een marineschip op de AIS. We waren al gewaarschuwd voor veel marine activiteit
in verband met een grote anti-drugs actie. We zullen wel goed in de gaten
gehouden worden.
Onze eerste nacht worden we begeleid door een zwarte stern
die op de bimini is neergestreken. Hij blijft er de hele nacht zitten dommelen
en vliegt pas weg als de zon weer op komt. Net als de stern hebben we een
rustige eerste nacht. Slapen allebei redelijk, het duurt altijd even voordat
het ritme van het wachtsysteem er weer in zit. Het was ook wennen dat het s’nachts
een beetje afkoelde. Met 27 graden voelde het fris en hadden we een legging en
een trui aan. We hebben wel mazzel met de bijna volle maan, het is erg licht. Hoe
mooi ik de sterrenhemel ook vind, iets zien tijdens de wacht heeft echt de
voorkeur.
Om 12.00 10/5 hebben we onze eerste 24-uur er op zitten en
148 mijl afgelegd. Mooie afstand. Het is heet, de golven zijn rustig. Met
ongeveer 16 knopen wind heerlijk zeilen. Het is gelukt om alle weerberichten
via de radio binnen te halen. Wij hebben doordat we met de Salty Dawg meevaren
advies van een weerman/routeerder. Zo iemand zit achter vele computerschermen
en geeft advies over de beste route en waarschuwt als er zwaar weer aankomt. Hierover
krijgen we een mail (doorgestuurd uit Nederland) en we kunnen hem tijdens een
twee maal daags radionetje oproepen voor een direct advies. Op de ochtend dat
we vertrokken begon deze weerman opeens over een tropical low (iets dat zich
tot een orkaan kan ontwikkelen) die zich bij de Bahama’s vormde. Maar volgens
hem erg onwaarschijnlijk dat dit echt zou ontstaan. Hij blijft het noemen in de
berichten, waarschijnlijkheid van 10%. Als het nu niet komt dan zou het een
week later wel ontstaan uit de grote warme bel die zich bij de Bahama’s en Florida
had verzameld. Wij varen door, wat is nu 10% kans, erg weinig toch? Het advies
is om zo hard mogelijk te varen. Dat doen we dan maar. Zodra de snelheid iets
terugzakt rollen we de genua verder uit. Minder dan 7 knopen zien we weinig op
de meter.
In de tweede nacht worden we gekruist door een vrachtschip.
Gelukkig zien we die altijd al van verre aankomen op de AIS (automatic
identification system). En zij ons ook als het goed is. Met dit systeem is het
ook makkelijk te zien hoe dicht je elkaar nadert. Voor deze rollen we de genua
weg om te vertragen en hem ruim voorlangs te laten varen. Om 12.00 loggen we
een dagafstand van 150 mijl. Het is warm met 30,6 graden, watertemperatuur is
nog 28,3 graden. We zien de eerste squals (kleine heftige buien) in de lucht
hangen maar hebben er niet veel last van. Kwam ook nog niet veel wind uit. We
varen nog steeds met het
|
Zonsopgang met zwarte wolken |
eerste rif in het grootzeil en de genua uitgeboomd.
Tijdens het radionetje in de avond (maandag) horen we van de weerman dat we
donderdag/vrijdag een laag over krijgen met meer wind. Maar we hebben voldoende
ruimte om ons heen om dan ruime wind te gaan varen tot het voorbij is. De
voorspelde 25-30 knopen is ook nog niet zo veel. Het zich mogelijk
ontwikkelende tropisch laag blijft een vraagteken.
De derde nacht is weer een rustige. We zien alleen wat
donkere luchten van buien, veel wind komt er niet uit. Om 12 uur op 12/5 loggen
we een dagafstand van 148. We hebben gegijpt en de boom naar de andere kant
gezet omdat de wind is gedraaid. Bijna zuid, volgens de weerberichten zou deze
nog oost moeten zijn. De wind neemt ook langzaam af, om 6.00 nog 18-20 kn nu
nog maar 11. We zeilen rustig de nacht in. Om 22.30 heeft Stef er genoeg van,
de wind is weg en de achtergebleven golven laten ons flink slingeren. Door dat
slingeren gaan de zeilen vreselijk klapperen, een slijtage slag. Hij start de
motor voor voortgang en stabiliteit. Pas om 3.00 weer wind, 12 knopen en Manon
zet de motor weer uit en rolt de genua uit. Inmiddels zeilen we hoog aan de
wind. Onze koers blijft steeds gelijk, we varen in de zo recht mogelijke lijn richting
Beaufort NC.
Om 12.00 13/5 hebben we 133 mijl als dagafstand. Even wat
minder wind en het is gedaan met de mooie gemiddelden. Het is vandaag
dierendag. We zien, 5 roodsnavel keerkringvogels tikkertje spelen om de boot,
een groep bruine genten komt jagen in ons kielzog, twee jagers zweven een tijd om de boot en als klap op de vuurpijl
|
Twee jagers scheren rond de boot |
komt er een groep kleine dolfijnen langs. In de middag trekt de wind flink aan.
Het tweede rif gaat er in. In de lucht hangen dreigende donkere randen. Zou dit
het front zijn dat over zou komen? Het wordt een nacht met een onstuimige zee. Wind
is toegenomen naar 25 knopen. We stuiteren over het water. We maken flinke
snelheid maar er komen bakken water over de boot. Voor het eerst zitten we
tijdens onze wacht binnen. We kijken iedere 20 minuten even buiten om ons heen.
Er werd in het weerbericht al gesproken over ‘inclement weather’, vrij vertaald
als slecht weer. We krijgen er een aardige indruk van. Het waait, geregeld een
regenbui en
|
Dreigende luchten |
onrustige zee (golven komen van verschillende richtingen). Als de
golven tegen de boot klappen spat het flink over de boot heen. Onze weerman is
er nu zeker van dat er zich een tropisch laag aan het ontwikkelen is. Deze zal
vanaf Florida naar Bermuda trekken. Ergens kruist hij dus onze route. Wij
moeten doorvaren om hem voor te blijven en in ieder geval in het goede kwadrant
terecht te komen.
14/5 Stef heeft even last van opspelende zeeziekte. Gelukkig
na een pilletje en een paar uur slapen weer over. Het wordt ook koeler. De watertemperatuur
is inmiddels 26,5 graad, gaat langzaam naar beneden. Om 12.00 hebben we een dagafstand van 168,
gelijk aan ons record. Dat schiet lekker op. We blijven de hele dag binnen
hangen terwijl de golven geregeld over de kuip heen spatten. Buiten is alles
nat en helemaal niet lekker in nu te zitten. Gelukkig doet de windvaan het
prima
|
Even de windvaan bijstellen is een nat klusje |
en hoeven wij, buiten een beetje uitkijk houden, verder ook niets te
doen. Op de radio horen we dat de twee boten die bij ons in de buurt varen ook
onstuimige omstandigheden hebben. “Welcome in the trough” luidt het op de radio.
Even doorzetten duurt maar 24-uur. Iedere ochtend en avond hebben we ook
contact via de radio met enkele andere boten van de Salty Dawg. Iedere avond
praten we even bij met de Bojangles die nog op St Maarten liggen en ons snel
achterna komen. Het is fijn om even mensen te horen als je zo dagen op zee zit.
Om 00.00 boeken we een 24-uursafstand van 168,8 mijl. Een nieuw record. We
houden ook meer zeil dan normaal om het laag voor te blijven.
15/5 Om 12.00 een dagafstand van 168, weer een mooie
afstand. Inmiddels heeft het laag een naam, Arthur. Hoe is het mogelijk, je
vaart de Carieb uit om orkanen en ‘named storms’ uit de weg te gaan. Wat
krijgen we op onze hielen? Een storm met een naam, en wel erg vroeg in
het
seizoen. De watertemperatuur is gezakt naar 24,5 graad. We komen duidelijk
noordelijker. De golven zijn langer en rustiger geworden. We voelen ons beide
weer helemaal goed na al dat geslinger en gestuiter. Stef zet weer koffie om Manon
haar bed uit te krijgen. Gedurende de
nacht is de wind wat afgenomen en hebben
we steeds wat meer genua bij gegeven. We moeten snelheid houden en wordt nu
gesproken over een cyclone! We zijn beide wel wat gespannen door deze berichten
over slecht weer. Aan de andere kant kunnen we er ook niets aan doen. Uitwijken
kan niet. Dat zou naar Bermuda zijn en daar gaat Arthur ook heen. Terug is
tegen de wind in en dan komen we nooit op tijd uit zijn baan. Zoals we nu gaan
blijven we hem een dag voor en zijn we op tijd binnen. Om 17.00 komt er een
vliegtuig heel laag over. Hij draait twee
|
Bezoek, is dat schrikken |
rondjes om ons heen. Via de marifoon worden we opgeroepen,
‘Are you all right out there?’ Ja hoor, tot nu toe wel. Ze zijn op zoek
naar een boot die te lang niets van zich heeft laten horen. Later horen we dat
deze ontmast is en op motor naar Bermuda is uitgeweken. Toch fijn om te weten
dat er in zulke gevallen naar je gezocht wordt. Tegen de avond varen we nog
maar met 1 rif en bijna hele genua 15 knopen wind. Golven zijn lang en het gaat
lekker. In de nacht kruisen we met een schip. Altijd even een moment van
spanning en aandacht.
16/5 We varen nog steeds ruime wind met vrij veel zeil.
Zitten vandaag weer buiten. Er komt geen water meer over en de zon schijnt
weer. Om 12.00 hebben we een dagafstand van 159 mijl. We houden de barometer goed
in de gaten in verband met Arthur.
|
Aangelijnd douchen op het achterdek, heerlijk |
Hij gaat maar heel langzaam naar beneden.
Dus Arthur komt nog niet sneller dichterbij. In de middag douchen we beide,
heerlijk om weer helemaal fris te zijn. We verwachten morgen aan te komen, zou
net moeten lukken voor het donker. Gedurende de dag komt er nog twee keer een
vliegtuig over. Wel iets hoger dan die van gisteren. Het doet ons beseffen hoe
lang we al geen vliegtuigen hebben gezien. Eind van de middag gaat de boom er
weer in en koersen we op het punt af waar we de warme golfstroom willen
oversteken. Dit gaan we dwars doen
|
Voorbereiding op de aankomst, de Amerikaanse vlag gaat omhoog |
omdat de voorspelling is dat de wind zal
toenemen en noordelijk zal worden. In de warme golfstroom (stroomsnelheid van
3-4 knopen) is een wind tegen stroom situatie erg onaangenaam. Dit geeft hele
hoge steile golven. We lopen de hele boot goed na, zetten alles wat nog los
ligt binnen goed vast. Stef doet er tijdens zijn wacht alles aan om zo hard
mogelijk te gaan. Er kwam zelfs 11 knopen op het log voorbij. Volgens de weersvoorspellingen
blijven we Arthur nog steeds net voor. Van de golfstroom merken we eigenlijk
niets behalve dat we opzij gezet werden. De temperatuur liep van 25 op naar 27,5
en weer terug naar 25 graden. Hij is ongeveer 60 mijl breed.
17/5 In de ochtend krijgen we het bericht dat Arthur meer
dan verwacht
|
Donkere luchten begeleiden de laatste dagen. |
de kust aan houdt en in Beaufort aan land zal gaan. Niet te
geloven, dat is ons plan! De hele dag zeilen we zo hard mogelijk door. De wind
is variabel van 10-20 knopen. Er zitten vrij veel buien in de lucht. Om 12.00
hebben we weer een dagafstand van 164 mijl. We kruipen langzaam dichterbij over
de kaart. De laatste uren wisselen zon en regenbuien elkaar af. De kust is erg
laag, pas op 7 mijl afstand zien we de kust. Inmiddels is de lucht loodgrijs en
is het begonnen met regenen. Vlak voor we de geul in gaan trekt de wind aan en
zetten we er nog gauw weer een rif bij. In de ingang komt ons een groot
vrachtschip tegemoet. Wij blijven even naast de vaargeul hangen tot het
gepasseerd is. Het ruikt hier naar dennenbomen en naar Vlieland en
|
Gespannen schipper: "hoe stroomt het, waar gaat dat vrachtschip heen, verdorie waarom trekt de wind nu net aan....." |
Terschelling
en zo ziet het er met de lage duinen en strand ook uit. Het stroomt flink in de
geulen tussen de zandplaten. Eenmaal binnen halen we het grootzeil naar beneden
en varen op motor naar Town Creek in Beaufort North Carolina.
|
Aanloop van Beaufort NC, lage zandplaten en duinen |
Om 17.30 liggen we
heerlijk rustig achter ons anker. Na 1230 mijl (2220 km) in 8 dagen en 5 uur.
Van Arthur nog geen spoor. Wij liggen zo ver mogelijk naar binnen, hopelijk
veilig. Volgens voorspellingen komt Arthur maandagochtend aan land. Wij zijn
hem een halve dag voor gebleven. Erg opgelucht dat we er zijn. Ook bijzonder
gevoel om in Amerika te zijn en wel op eigen kiel. We liggen vlag bij een
drukke weg (dat is ook al maanden geleden) en grote trucks en pick-ups met
zware motoren rijden af en aan. We mailen met ons contactpersoon hier, morgen
om 10.30 staat ze klaar om ons naar de douane te brengen. Alles geregeld en we
zijn binnen.
Met een welverdiend drankje proosten we op de goede aankomst,
onze trouwe piraat LJS die ons snel en veilig heeft over gebracht en het begin
van weer een nieuw avontuur.
Weer een mooi verslag van jullie. Gelukkig zijn jullie er. Veel plezier daar
BeantwoordenVerwijderenWat fijn te lezen, dat jullie zo’n goeie en snelle veilige oversteek hebben gehad. En voor de “bui” binnen. Kwam Arthur nu over Beaufort heen? Ben wel benieuwd hoe het daar met de Corona is. Hier gaan de teugels vanaf 1 juni losser. Hartelijke groet Jet
BeantwoordenVerwijderenWat fijn te lezen, dat jullie zo’n goeie en snelle veilige oversteek hebben gehad. En voor de “bui” binnen. Kwam Arthur nu over Beaufort heen? Ben wel benieuwd hoe het daar met de Corona is. Hier gaan de teugels vanaf 1 juni losser. Hartelijke groet Jet
BeantwoordenVerwijderenWat een geweldig verslag. Lekker veilig in de haven. Spannend om de race met Arthur aan te gaan en te winnen. Ben benieuwd hoe Amerika gaat bevallen.
BeantwoordenVerwijderen