vrijdag 29 mei 2020

Ontsnapping aan de lock-down


Als we eindelijk van Saint Martin wegvaren kijken we nog lang achterom, nog uren blijft het eiland in zicht. Het zal toch altijd een speciaal plekje innemen, we hebben er lieve behulpzame mensen ontmoet en in mooie
We laten St Martin achter ons
baaien gelegen. We kijken achterom met een dubbel gevoel. Ondanks de lock-down hebben we het erg naar onze zin gehad. Nog nooit hebben we zo lang op één plek gelegen. We zijn volledig tot rust gekomen terwijl er zich ook langzaam een onrust in ons opbouwde. Wanneer wordt deze griezelige en ongrijpbare situatie beter? We zitten te wachten maar waarop eigenlijk? Hoe kunnen we ons risico zo klein mogelijk maken? Waar kunnen we heen voordat het orkaanseizoen aanbreekt? Maar ook wat staat ons te wachten nu we verder gaan? Mogen we Amerika echt in?

Met met een lekkere 12-15 knopen wind in de rug gaan we als een speer richting nieuwe horizonten en avonturen. Eind van de middag hebben we ook Anguila het buureiland van St Martin al achter ons gelaten. Met een kleine hik-up. Het is er even wat ondieper en we pikken een visboeitje op. Opeens gaan we nog maar 2 knopen en zien we de balletjes in ons zog meeslepen. Gelukkig is het genoeg om het roer omhoog te pompen om ze weer kwijt te raken. We zetten de boom in de genua en 1 rif voor de
Met alles vast en uitgeboomd gaat het heerlijk rustig
nacht. Net voor het donker is komt er een vliegtuigje overvliegen. Hij draait om en vliegt nog een rondje om ons heen. Als het donker is zien we ook een marineschip op de AIS. We waren al gewaarschuwd voor veel marine activiteit in verband met een grote anti-drugs actie. We zullen wel goed in de gaten gehouden worden.

Onze eerste nacht worden we begeleid door een zwarte stern die op de bimini is neergestreken. Hij blijft er de hele nacht zitten dommelen en vliegt pas weg als de zon weer op komt. Net als de stern hebben we een rustige eerste nacht. Slapen allebei redelijk, het duurt altijd even voordat
het ritme van het wachtsysteem er weer in zit. Het was ook wennen dat het s’nachts een beetje afkoelde. Met 27 graden voelde het fris en hadden we een legging en een trui aan. We hebben wel mazzel met de bijna volle maan, het is erg licht. Hoe mooi ik de sterrenhemel ook vind, iets zien tijdens de wacht heeft echt de voorkeur.
Om 12.00 10/5 hebben we onze eerste 24-uur er op zitten en 148 mijl afgelegd. Mooie afstand. Het is heet, de golven zijn rustig. Met ongeveer 16 knopen wind heerlijk zeilen. Het is gelukt om alle weerberichten via de radio binnen te halen. Wij hebben doordat we met de Salty Dawg meevaren advies van een weerman/routeerder. Zo iemand zit achter vele computerschermen en geeft advies over de beste route en waarschuwt als er zwaar weer aankomt. Hierover krijgen we een mail (doorgestuurd uit Nederland) en we kunnen hem tijdens een twee maal daags radionetje oproepen voor een direct advies. Op de ochtend dat we vertrokken begon deze weerman opeens over een tropical low (iets dat zich tot een orkaan kan ontwikkelen) die zich bij de Bahama’s vormde. Maar volgens hem erg onwaarschijnlijk dat dit echt zou ontstaan. Hij blijft het noemen in de berichten, waarschijnlijkheid van 10%. Als het nu niet komt dan zou het een week later wel ontstaan uit de grote warme bel die zich bij de Bahama’s en Florida had verzameld. Wij varen door, wat is nu 10% kans, erg weinig toch? Het advies is om zo hard mogelijk te varen. Dat doen we dan maar. Zodra de snelheid iets terugzakt rollen we de genua verder uit. Minder dan 7 knopen zien we weinig op de meter.

In de tweede nacht worden we gekruist door een vrachtschip. Gelukkig zien we die altijd al van verre aankomen op de AIS (automatic identification system). En zij ons ook als het goed is. Met dit systeem is het ook makkelijk te zien hoe dicht je elkaar nadert. Voor deze rollen we de genua weg om te vertragen en hem ruim voorlangs te laten varen. Om 12.00 loggen we een dagafstand van 150 mijl. Het is warm met 30,6 graden, watertemperatuur is nog 28,3 graden. We zien de eerste squals (kleine heftige buien) in de lucht hangen maar hebben er niet veel last van. Kwam ook nog niet veel wind uit. We varen nog steeds met het
Zonsopgang met zwarte wolken
eerste rif in het grootzeil en de genua uitgeboomd. Tijdens het radionetje in de avond (maandag) horen we van de weerman dat we donderdag/vrijdag een laag over krijgen met meer wind. Maar we hebben voldoende ruimte om ons heen om dan ruime wind te gaan varen tot het voorbij is. De voorspelde 25-30 knopen is ook nog niet zo veel. Het zich mogelijk ontwikkelende tropisch laag blijft een vraagteken.
De derde nacht is weer een rustige. We zien alleen wat donkere luchten van buien, veel wind komt er niet uit. Om 12 uur op 12/5 loggen we een dagafstand van 148. We hebben gegijpt en de boom naar de andere kant gezet omdat de wind is gedraaid. Bijna zuid, volgens de weerberichten zou deze nog oost moeten zijn. De wind neemt ook langzaam af, om 6.00 nog 18-20 kn nu nog maar 11. We zeilen rustig de nacht in. Om 22.30 heeft Stef er genoeg van, de wind is weg en de achtergebleven golven laten ons flink slingeren. Door dat slingeren gaan de zeilen vreselijk klapperen, een slijtage slag. Hij start de motor voor voortgang en stabiliteit. Pas om 3.00 weer wind, 12 knopen en Manon zet de motor weer uit en rolt de genua uit. Inmiddels zeilen we hoog aan de wind. Onze koers blijft steeds gelijk, we varen in de zo recht mogelijke lijn richting Beaufort NC.

Om 12.00 13/5 hebben we 133 mijl als dagafstand. Even wat minder wind en het is gedaan met de mooie gemiddelden. Het is vandaag dierendag. We zien, 5 roodsnavel keerkringvogels tikkertje spelen om de boot, een groep bruine genten komt jagen in ons kielzog, twee jagers zweven een tijd om de boot en als klap op de vuurpijl

Twee jagers scheren rond de boot
komt er een groep kleine dolfijnen langs. In de middag trekt de wind flink aan. Het tweede rif gaat er in. In de lucht hangen dreigende donkere randen. Zou dit het front zijn dat over zou komen? Het wordt een nacht met een onstuimige zee. Wind is toegenomen naar 25 knopen. We stuiteren over het water. We maken flinke snelheid maar er komen bakken water over de boot. Voor het eerst zitten we tijdens onze wacht binnen. We kijken iedere 20 minuten even buiten om ons heen. Er werd in het weerbericht al gesproken over ‘inclement weather’, vrij vertaald als slecht weer. We krijgen er een aardige indruk van. Het waait, geregeld een regenbui en
Dreigende luchten
onrustige zee (golven komen van verschillende richtingen). Als de golven tegen de boot klappen spat het flink over de boot heen. Onze weerman is er nu zeker van dat er zich een tropisch laag aan het ontwikkelen is. Deze zal vanaf Florida naar Bermuda trekken. Ergens kruist hij dus onze route. Wij moeten doorvaren om hem voor te blijven en in ieder geval in het goede kwadrant terecht te komen.


14/5 Stef heeft even last van opspelende zeeziekte. Gelukkig na een pilletje en een paar uur slapen weer over. Het wordt ook koeler. De watertemperatuur is inmiddels 26,5 graad, gaat langzaam naar beneden.  Om 12.00 hebben we een dagafstand van 168, gelijk aan ons record. Dat schiet lekker op. We blijven de hele dag binnen hangen terwijl de golven geregeld over de kuip heen spatten. Buiten is alles nat en helemaal niet lekker in nu te zitten. Gelukkig doet de windvaan het prima
Even de windvaan bijstellen is een nat klusje
en hoeven wij, buiten een beetje uitkijk houden, verder ook niets te doen. Op de radio horen we dat de twee boten die bij ons in de buurt varen ook onstuimige omstandigheden hebben. “Welcome in the trough” luidt het op de radio. Even doorzetten duurt maar 24-uur. Iedere ochtend en avond hebben we ook contact via de radio met enkele andere boten van de Salty Dawg. Iedere avond praten we even bij met de Bojangles die nog op St Maarten liggen en ons snel achterna komen. Het is fijn om even mensen te horen als je zo dagen op zee zit. Om 00.00 boeken we een 24-uursafstand van 168,8 mijl. Een nieuw record. We houden ook meer zeil dan normaal om het laag voor te blijven.

15/5 Om 12.00 een dagafstand van 168, weer een mooie afstand. Inmiddels heeft het laag een naam, Arthur. Hoe is het mogelijk, je vaart de Carieb uit om orkanen en ‘named storms’ uit de weg te gaan. Wat krijgen we op onze hielen? Een storm met een naam, en wel erg vroeg in
het seizoen. De watertemperatuur is gezakt naar 24,5 graad. We komen duidelijk noordelijker. De golven zijn langer en rustiger geworden. We voelen ons beide weer helemaal goed na al dat geslinger en gestuiter. Stef zet weer koffie om Manon haar bed uit te krijgen. Gedurende de
nacht is de wind wat afgenomen en hebben we steeds wat meer genua bij gegeven. We moeten snelheid houden en wordt nu gesproken over een cyclone! We zijn beide wel wat gespannen door deze berichten over slecht weer. Aan de andere kant kunnen we er ook niets aan doen. Uitwijken kan niet. Dat zou naar Bermuda zijn en daar gaat Arthur ook heen. Terug is tegen de wind in en dan komen we nooit op tijd uit zijn baan. Zoals we nu gaan blijven we hem een dag voor en zijn we op tijd binnen. Om 17.00 komt er een vliegtuig heel laag over. Hij draait twee
Bezoek, is dat schrikken
rondjes om ons heen. Via de marifoon worden we opgeroepen, ‘Are you all right out there?’ Ja hoor, tot nu toe wel. Ze zijn op zoek naar een boot die te lang niets van zich heeft laten horen. Later horen we dat deze ontmast is en op motor naar Bermuda is uitgeweken. Toch fijn om te weten dat er in zulke gevallen naar je gezocht wordt. Tegen de avond varen we nog maar met 1 rif en bijna hele genua 15 knopen wind. Golven zijn lang en het gaat lekker. In de nacht kruisen we met een schip. Altijd even een moment van spanning en aandacht.


16/5 We varen nog steeds ruime wind met vrij veel zeil. Zitten vandaag weer buiten. Er komt geen water meer over en de zon schijnt weer. Om 12.00 hebben we een dagafstand van 159 mijl. We houden de barometer goed in de gaten in verband met Arthur.
Aangelijnd douchen op het achterdek, heerlijk
Hij gaat maar heel langzaam naar beneden. Dus Arthur komt nog niet sneller dichterbij. In de middag douchen we beide, heerlijk om weer helemaal fris te zijn. We verwachten morgen aan te komen, zou net moeten lukken voor het donker. Gedurende de dag komt er nog twee keer een vliegtuig over. Wel iets hoger dan die van gisteren. Het doet ons beseffen hoe lang we al geen vliegtuigen hebben gezien. Eind van de middag gaat de boom er weer in en koersen we op het punt af waar we de warme golfstroom willen oversteken. Dit gaan we dwars doen
Voorbereiding op de aankomst, de
Amerikaanse vlag gaat omhoog
omdat de voorspelling is dat de wind zal toenemen en noordelijk zal worden. In de warme golfstroom (stroomsnelheid van 3-4 knopen) is een wind tegen stroom situatie erg onaangenaam. Dit geeft hele hoge steile golven. We lopen de hele boot goed na, zetten alles wat nog los ligt binnen goed vast. Stef doet er tijdens zijn wacht alles aan om zo hard mogelijk te gaan. Er kwam zelfs 11 knopen op het log voorbij. Volgens de weersvoorspellingen blijven we Arthur nog steeds net voor. Van de golfstroom merken we eigenlijk niets behalve dat we opzij gezet werden. De temperatuur liep van 25 op naar 27,5 en weer terug naar 25 graden. Hij is ongeveer 60 mijl breed.

17/5 In de ochtend krijgen we het bericht dat Arthur meer dan verwacht
Donkere luchten begeleiden
de laatste dagen.
de kust aan houdt en in Beaufort aan land zal gaan. Niet te geloven, dat is ons plan! De hele dag zeilen we zo hard mogelijk door. De wind is variabel van 10-20 knopen. Er zitten vrij veel buien in de lucht. Om 12.00 hebben we weer een dagafstand van 164 mijl. We kruipen langzaam dichterbij over de kaart. De laatste uren wisselen zon en regenbuien elkaar af. De kust is erg laag, pas op 7 mijl afstand zien we de kust. Inmiddels is de lucht loodgrijs en is het begonnen met regenen. Vlak voor we de geul in gaan trekt de wind aan en zetten we er nog gauw weer een rif bij. In de ingang komt ons een groot vrachtschip tegemoet. Wij blijven even naast de vaargeul hangen tot het gepasseerd is. Het ruikt hier naar dennenbomen en naar Vlieland en
Gespannen schipper: "hoe stroomt het, waar
gaat dat vrachtschip heen, verdorie
waarom trekt de wind nu net aan....."
Terschelling en zo ziet het er met de lage duinen en strand ook uit. Het stroomt flink in de geulen tussen de zandplaten. Eenmaal binnen halen we het grootzeil naar beneden en varen op motor naar Town Creek in Beaufort North Carolina. 

Aanloop van Beaufort NC, lage zandplaten en duinen
Om 17.30 liggen we heerlijk rustig achter ons anker. Na 1230 mijl (2220 km) in 8 dagen en 5 uur. Van Arthur nog geen spoor. Wij liggen zo ver mogelijk naar binnen, hopelijk veilig. Volgens voorspellingen komt Arthur maandagochtend aan land. Wij zijn hem een halve dag voor gebleven. Erg opgelucht dat we er zijn. Ook bijzonder gevoel om in Amerika te zijn en wel op eigen kiel. We liggen vlag bij een drukke weg (dat is ook al maanden geleden) en grote trucks en pick-ups met zware motoren rijden af en aan. We mailen met ons contactpersoon hier, morgen om 10.30 staat ze klaar om ons naar de douane te brengen. Alles geregeld en we zijn binnen.
Met een welverdiend drankje proosten we op de goede aankomst, onze trouwe piraat LJS die ons snel en veilig heeft over gebracht en het begin van weer een nieuw avontuur.

4 opmerkingen:

  1. Weer een mooi verslag van jullie. Gelukkig zijn jullie er. Veel plezier daar

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat fijn te lezen, dat jullie zo’n goeie en snelle veilige oversteek hebben gehad. En voor de “bui” binnen. Kwam Arthur nu over Beaufort heen? Ben wel benieuwd hoe het daar met de Corona is. Hier gaan de teugels vanaf 1 juni losser. Hartelijke groet Jet

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat fijn te lezen, dat jullie zo’n goeie en snelle veilige oversteek hebben gehad. En voor de “bui” binnen. Kwam Arthur nu over Beaufort heen? Ben wel benieuwd hoe het daar met de Corona is. Hier gaan de teugels vanaf 1 juni losser. Hartelijke groet Jet

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een geweldig verslag. Lekker veilig in de haven. Spannend om de race met Arthur aan te gaan en te winnen. Ben benieuwd hoe Amerika gaat bevallen.

    BeantwoordenVerwijderen