Sao Nicolau ligt 110 mijl bij Sal vandaan, net te ver voor
een dagtocht. Vandaar dat we de nacht doorzeilen. Wij proberen een nieuw
wachtschema, 2 uur op en 2 uur af. Omdat we in de ‘bewoonde wereld’ varen
vannacht, denken we wellicht vissers tegen te komen. We willen wakker blijven
tijdens de wacht en dat gaat waarschijnlijk beter tijdens 2 uur dan 4 uur. Voor
één nacht doorzeilen bevalt het ons goed. We zijn echter geen visser tegen
gekomen. Tegen het ochtend gloren komt Sao Nicolau in zicht. Hoge, scherpe,
droge, bruine bergketens. Aan de zuidkant is een ankerplek bij Carracal, een
klein vissersdorpje. In de lagune is het te vol met kleine vissersbootjes maar
even verderop vinden we een zandige plek met een diepte van ca 6 meter. Wij
gaan voor anker en liggen heerlijk voor een klif net naast het dorpje. Heel
rustig, af en toe vaart er een vissersbootje langs die vriendelijk zwaait.
Vanuit de bergen waait het stevig naar beneden maar de ankers hebben zich deze
keer goed ingegraven en we liggen als een huis. We blijven een dag liggen,
snorkelen bij het klif (veel verschillende soorten vis, oa zien we een kleine
murene zwemmen) en we buurten bij de Jonas. Het blijft heel gezellig. Het
grappige is dat ook Hannie en Jacob elkaar nog niet zo lang kennen en dat
Hannie haar boot, net als de mijne, voor deze reis de opslag ingegaan is.
Daarna varen we door
naar Tarrafal, het havenplaatsje van Sao Nicolau. Als we de zuidoost punt om
varen komen we bij zeilende vissers terecht, we zien dat die op een
tegengestelde wind terugzeilen naar de haven. Wij varen ze achterna en kunnen
ruime wind vlak onder de kust naar Tarrafal varen in plaats van de tegenwind
die iets verder naar buiten staat. De vissers varen met authentieke gekleurde
houten boten met latijn zeilen. Het is een mooi gezicht en ze gaan erg hard.
Het lukt ons nauwelijks om ze in te halen.
|
Lokaal vissersbootje, o wat zijn ze snel! |
De zuidoostpunt trekt ook nog een
andere visser aan… we zien een haai zwemmen. Hij zwemt een tijdje op 50 meter
van de boot met ons mee. Duidelijk is zijn rugvin te zien en ook geregeld zijn
staartvin (deze staat vertikaal in tegenstelling tot horizontaal bij dolfijnen
en walvissen). Brrr, moet er even niet aan denken om te gaan zwemmen.
We komen gelijktijdig met de Helena en de Hullu Poro aan in
Tarrafal, zij zijn vanuit Mindelo gekomen. We vormen zo ongeveer een Nederlandse
enclave. Aan wal klaren we weer in en uit bij de politie. Daarna groente kopen
op de ‘markt’ en vanaf terrasje aan de ankerbaai het locale leven gade slaan.
Met zijn 8-en vormen we een heel reisgezelschap en Hannie heeft een Aluguer
geregeld voor een tocht naar het hoofdplaatsje in de bergen de volgende dag.
Met zijn allen in de open achterbak scheuren we via slingerweggetjes (van erg
goede kwaliteit) hoog de bergen in via een enorme lus over het eiland naar Ribeira
Brava. Het is een leuk plaatsje waar we een rondleiding krijgen van onze
vriendelijke taxichauffeur. Hij weet ook te regelen dat we een kijkje mogen
nemen in de oude collegegebouw. Ooit het begin van onderwijs op de Kaapverden
van waaruit de goed opgeleidde Kaapverdianen voor de Portugezen een
bemiddelende functie vervulden in de vele koloniën. Het is nu een zondagschool.
De tocht van en naar het plaatsje is erg mooi, het hoge centrale gedeelte van
Sao Nicolau is erg groen. Er zijn vele (oude)
plantages en overal groeit en bloeit wat. Een enorm contrast met Sal dat
geheel droog is.
|
Parkje en gemeentehuis (blauw) van Ribeira Brava |
|
Dagmenu met de Nederlandse kolonie In Tarrafal |
|
Serie bijboten op het strand. Iedere dag een onderhandelen met jongetjes wie er mag oppassen voor 50 cent |
Aan het eind van de dag komt Nico, collega van Stef aan in
de haven met de veerboot vanuit Mindelo. Heel gezellig en we eten en drinken
wat met hem. De volgende dag gaan we met Nico naar het nationaal park in de
bergen en maken een lange wandeling. Het is heel erg mooi en fijn om weer eens
in een groene omgeving te lopen. Er is een overdaad aan verschillende soorten
planten en bomen. Ook erg veel vlinders en bijen. Vanuit het nationaal park lopen
we terug naar Ribeira Brava en nemen daar een Aluguer terug naar Tarrafal. Met
de haven in zicht schrikken we flink, LJS ligt niet meer op zijn plek maar een
stuk verderop. Bij de bijboot komt Jacob er aan rennen, “Jullie boot is op
drift, Remco en Peter hebben extra ketting gegeven”. Ze waren in een
internetcafé al op zoek naar onze gegevens om te bellen. Wij als een speer in
de bijboot naar LJS. Het anker hield nog steeds niet. We hadden twee
ankerpogingen nodig om weer vast te liggen. Er stond ook een flinke bak wind en
uit een andere richting dan we het anker ingegraven hadden. Na alle stress
bedanken we de Helena, Hullu Poro en Jonas, laten voor de zekerheid een
telefoonnummer achter en gaan met Nico in het dorp eten. Echter wel met zicht
op de boot, helemaal relaxt zitten we niet aan wal.
De volgende dag relaxen we op de boot, Nico gaat nog een dag
wandelen en vaart dan verder met ons mee terug naar Mindelo. (wordt vervolgd…)
|
Bergachtig Sao Nicolau |
|
Wandelen met Nico, dat vergt veel van onze zeebenen. |
|
Paden door groene hart van Nicolau |
|
Lokale fauna, brrrr. Groot dat ze zijn, en met heel veel |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten