Aankomst
We hebben het bereikt, na 6,5 dag ligt voor ons in de mist
het eiland Sal. We hebben dan al lange tijd sterk gereefd gezeild om bij
daglicht aan te komen. Het laatste uur hadden we al alle zeilen gestreken en
dobberden we met 2 knopen (hebben helemaal geen zeil nodig!) richting eiland. We
moeten volgens de GPS en kaart op 3 mijl van het eiland zitten maar zien nog
steeds niets. Als de zon opkomt blijkt het erg mistig (veel Sahara stof in de
lucht) en zien we nog steeds maar een vage contour. Maar vaste grond onder de
voeten lokt dus wij richting eiland. De baai van Palmera (havenplaatsje van
Sal) is erg recht toe recht aan en al snel vinden we een ankerplek tussen de
andere boten. Het was even zoeken maar de Red Max gaf aan zo weg te gaan dus we
nemen hun plekje in. We worden uitgenodigd op de koffie en dat voelt als een
warm welkom na al die dagen op zee. Ze hebben ook erg handige tips. Als zij
ankerop zijn en wij meer ketting hebben gestoken is het tijd om onze bijboot
weer vaarklaar te maken. Dat gaat vrij soepel. Echter het gedoe begint als de
motor er op weg naar de wal mee ophoudt. Stef sleutelt maar krijgt hem niet aan
de praat, dan maar roeien. Natuurlijk heb je dan net een flinke tegenwind dus
dat was nog even spannend (en flink zweten op de roeispanen).
|
Colour locale, Palmeira op Sal |
|
Uitladen van vis aan de kade van Palmeira |
Sal
En dan eindelijk voet aan wal in Afrika, het is een vreemd
idee dat wij met de boot zo maar in Afrika liggen. Maar in het dorpje dringt
dat besef snel genoeg door. Stoffig, straathonden, kraaiende hanen en
opdringerige Senegalese straatverkopers. Maar dat zijn de kleine details. Het
plaatsje is heerlijk rustig, overzichtelijk, de bewoners doen hun eigen ding en
malen niet om toeristen (die zijn er ook alleen s’ochtends even net als de
Senegalese verkopers). Tenzij ze denken dat je hulp nodig hebt…. Loop je met
een vuilniszak over straat op zoek naar een stort of container dan wordt je
geregeld aangeroepen en verder verwezen, heel grappig.
|
Onze hangplek bij het politiebureau, en wij zijn helemaal niet ongeduldig. |
Natuurlijk moeten we even door de bureaucratische molen. Door
de jongen die we de weg vragen worden we even naar het politiebureau gebracht.
Daar worden we ingeschreven en moeten we de bootpapieren achterlaten tot we
weer weggaan. We waren gewaarschuwd maar het blijft vervelend om die papieren
uit handen te geven, dus wij laten voortaan alleen het ANWB-‘kentekenbewijs’
zien en achter, die kan je zo opnieuw kopen. Maar de politie is reuze
vriendelijk en met wat Spaans en een iets Engels kunnen we ons ook best verstaanbaar
maken. Helaas is de immigratie-beambte niet aanwezig voor een aankomst stempel
in ons paspoort. Morgenochtend terugkomen is het advies.
Na deze ervaring is het tijd voor een lokaal biertje op een
terrasje aan de baai. Het is een container genaamd restaurant Rotterdam. Mooie
plek om even te landen.
|
Borrelen op Sal met Hannie en Jacob van de Jonas |
De volgende ochtend, na stressen en sleutelen aan de
buitenboordmotor, weer naar land voor een stempel in ons paspoort. Maar nog
geen immigratiebeambte, morgenochtend… heel vroeg.. Wij vragen nog of dat wel
klopt want dan is het zaterdag. Nee nee, morgenochtend is hij er. Dan zit er
niets anders op om nog maar eens door het dorpje te slenteren, wat groente te
kopen bij een klein winkeltje waarvan de eigenaar natuurlijk in Rotterdam had
gewerkt en Nederlands sprak. En een biertje te drinken op weer een ander
terrasje. Wat een relaxt leventje, dat Afrikaanse tempo bevalt ons wel. We
reserveren voor 4 personen bij de jachtclub voor die avond. Tip van de Red Max,
Franse dame die een B&B genaamd ‘Yachtclub’ heeft en die ook heerlijk
schijnt te koken als je je van te voren meld.
Stempel soap
In de middag komt de Jonas aan die een dag later dan wij is vertrokken
vanaf de Canarische eilanden. Onderweg hebben we met een aantal overstekers
contact gehad via de radio en wisten we dus dat ze er aan kwamen. We nodigen ze
gelijk uit voor de koffie maar hun bubbels moeten op om de oversteek te vieren.
Dus we drinken samen hun bubbels. Daarna gaan we met onze bijboot met zijn
vieren naar land, zij moeten zich ook melden en wij willen nog een
verassingsbezoek bij de immigratiebeambte doen. Maar deze laat zich niet
verrassen en is er nog niet. Samen met de Jonas drinken we een biertje op een
terras en laten Afrika op ons inwerken. Het is hier erg relaxt allemaal. Mensen
zijn reuze vriendelijk en verre van opdringerig. In tegendeel tot je ze
aanspreekt zien ze je niet staan en doen ze gewoon hun ding. Mannen die met
visboten klooien en vrouwen die met grote manden vis op hun hoofd lopen.
De rest van de dag zwemmen we wat bij de boot en bezig met
de motor van de bijboot. S’Avonds eten we bij de ‘Yachtclub’ met de Jonas. Het
eten is heerlijk, de franse gastvrouw super en het wordt een heel gezellige
avond.
De volgende dag eerst naar de immigratie, niemand aanwezig,
kom morgen maar terug. We gaan op excursie met de Jonas naar de hoofdplaats,
Espargos, 8 km verderop met een Aluguer (lokaal busje). Een klein stadje waar
het leven relaxt is en zich afspeelt rond een pleintje met gratis wifi. Terug
in Palmeira lunch op terrasje en de rest van de middag relaxt op de boot.
|
Spelletjesmiddag Palmeira op 5 december. De prijzen komen uit een hulppakket. Veel pennen, potloden en schriften. |
Zaterdagochtend weer naar de immigratie, niemand aanwezig.
Logisch want die balie is in het weekend gesloten. Aandringen bij de politie en
vertellen dat we naar volgend eiland willen vertrekken zonder immigratie heeft
tot gevolg dat deze beste man zijn collega van de immigratie gaat bellen. Komt
over 10 minuten, wij kijken elkaar wat ongelovig aan, zou het echt? Na half uur
komt er inderdaad iemand met een ander soort uniform aan. Maar wat blijkt, hij
heeft de sleutel van zijn kantoor niet bij zich. En daarin staat die
felbegeerde stempel die wij in ons paspoort willen hebben. Hij excuseert zich
en belooft vanmiddag tussen 16.00 en 17.00 terug te komen. Van de vriendelijke
politieman krijgen we alvast onze papieren terug en een uitreispapier voor het
volgende eiland. Wij gaan op excursie met aluguers naar Santa Maria in het
toeristische zuiden. Het is er voor Sal begrippen druk maar wij vinden het erg
rustig. Er staan verschillende hotels en resorts aan een grote baai met strand.
We drinken wat aan het strand en lunchen in een ‘engels’ restaurant waar
voetbal op TV is. Dan terug naar Palmeira voor de immigratieman. Na een uurtje
wachten, en nog een telefoontje door de vriendelijke politieman (wij worden
hier heel geduldig, goede oefening voor de Carieb) komt er iemand in
trainingspak aan. Hij heeft duidelijk een vrij weekend. En hij heeft de sleutel
van het kantoor, weet hoe de fancy paspoortscanner werkt. Na enige minuten
staan we buiten met felbegeerde stempels in ons paspoort. We kunnen nu ‘vrij’
door de Kaapverden varen. We vieren het met een biertje op een terrasje.
|
LJS onder zeil voor de kust van Sal |
Na nog
een dag relaxen gaan we ankerop en zeilen samen met de Jonas naar een baai even
zuidelijk nar Palmeira, Baia de Mordeira, om te snorkelen en als tussenstop
naar Sao Nicolau. Het is flink zwemmen naar de kust waar we bij de rotsen vele
gekleurde vissen zien. Onder andere een enorme stroom van duizenden
zilverkleurige vissen met gele vinnen, net een rivier onder water. Prachtig
gezicht. De ankerplek is erg onrustig en we besluiten met de Jonas om er niet
nog een dag te blijven liggen maar tegen het vallen van de avond te vertrekken
richting Sao Nicolau.
|
Na een nacht doorzeilen voor anker voor Sao Nicolau |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten