zondag 22 maart 2020

Whats in a name, Antigua en Barbuda

Wat moet je op het land als je op het water kan zijn. Ons bezoek aan Antigua en Barbuda liet ons dwalen en dromen langs plekken met namen als Nonsuch Bay, Green Island, Ten Pound Bay, Spithead Channel en Stef zijn favoriet Maiden Island ancorage. Wat waren we nog heerlijk onwetend van het Corona virus dat langzaam donkere wolken aan de horizon vormde.

Na een mooie dag zeilen komen we op 5 maart aan in Falmouth Harbour op Antigua. We leggen de 57 mijl vanaf Guadeloupe af in  9 uur tijd. Dit is het mooie aan deze rij Caribische eilanden. Altijd een windje ongeveer
Aankomst op Antigua
half en het volgende eiland is in een dag te bereiken. We waren eerder in Falmouth Harbour (de naam van een hele ruime beschutte baai een de zuidkant van Antigua) en hebben gelijk voor de ruimte gekozen boven de drukte en warmte van English Harbour/Nelsons Dockyard. Om onze nieuwe bestemming te vieren gaan we s’avonds uit eten. Onze beide bankpassen werken niet☹. Later ontdekken we dat we eerst een keer
Heerlijk gegeten, onwetend
dat het de laatste keer was
moeten pinnen in een nieuw land voor de passen in een betaalautomaat werken, weer wat nieuws.

De volgende ochtend komt de Franse buurman langsvaren. Hij legt een bediening, schroef en wat klein spul van een Torqueedo (onze elektrische buitenboordmotor) op het dek en zegt “Alsjeblieft”. Pardon, wat is er aan de hand… Hij heeft een Torqueedo gehad, kapot gegaan, na een dure reparatie nog een keer kapot en is weer overgestapt op een benzine motortje. Deze onderdelen had hij nog liggen en waren nu voor hem niet meer nuttig. We vragen wat hij er voor wil hebben (best dure
Overal hagedissen, zo poseren ze niet vaak
onderdelen!). Niets, hij heeft er toch niets aan. We zijn er stil van wat een cadeau! Dit zijn erg kwetsbare onderdelen en van de bediening hadden we geen tweede. Hij wil er niets voor hebben, dat wordt zwaar piekeren hoe we hem toch een beetje tastbaar kunnen bedanken. Nog steeds
Fort bij toegang tot Nelsons Dockyard
onder de indruk wandelen we naar Nelsons Dockyard om in te klaren. We dwalen gelijk even wat rond over dit historische erfgoed. Je waant je terug in de tijd van Nelson. Inklaren gaat soepel, de beambten zijn onveranderd erg chagrijnig hier. Het valt ons wel op dat iedereen in het douane kantoortje handschoenen draagt. Maar zo lang je niet uit China komt is er verder geen probleem. Na het inklaren gaan we op de koffie bij Ank en Keimpe van de Gaia, het is altijd gezellig even bekenden te treffen en bij te kletsen. Ook zij zijn van plan om de baaien en eilanden aan de oostkant van Antigua te bezoeken. Ze raden een mooie wandeling aan in de buurt. Omdat we toch wel iets van het eiland zelf willen zien gaan we in de middag op pad. Via Nelsons Dockyard
Boten voor anker in Falmouth Harbour. Zoek en vind LJS.
wandelen we over het schiereiland met resten van de oude verdedigingswerken. Het is af en toe een flinke klim in de hitte en brandende zon, vergezeld door de hier nooit ontbrekende geiten. We hebben mooie vergezichten over de oceaan en over Falmouth Harbour.
LJS gespot
Op de terugweg drinken we wat bij het strand waar de boot vlak voor ligt. Wat is een koud drankje lekker na zo’n wandeling. Ze hebben goed internet (5G wow). Helaas kunnen we het signaal op de boot niet oppikken. Bij het terras hangt een voederbak voor vogeltjes waar het miegelt van de kleine gele
vinkjes. Het vliegt kwetterend af en aan, een prachtig gezicht. Terug op de boot moeten we bijkomen, we hebben lang niet zoveel gedaan op 1 dag.

De volgende dag gaan we s’ochtends nog even naar de kant met als doel de roeisters te verwelkomen die tegen de middag zouden arriveren. Als we de wifi van het restaurant oppikken blijkt dat ze ernstig vertraagd zijn en niet voor de avond aankomen. We versturen nog een paar laatste berichtjes met de wifi en vertrekken uit de haven voor een paar dagen off-line zeilen. Buiten op zee turen we naar de AIS, waar zijn de roeisters?? Al snel zien we het icoontje verschijnen. We kruisen naar het oosten en mikken het zo uit dat we ze tegenkomen. Tjonge wat een notedop. En roeien in die golven is vrijwel onmogelijk, de paddels zijn meer uit het water dan er in. Geen wonder dat ze niet vooruit komen. Toch hebben we veel bewondering voor ze, 3000 mijl ‘roeien’ en 86 dagen op zee! Wij vonden onze 18 dagen al lang duren. Deze beide dames zijn de laatste van de groep die we maanden eerder op Gomera hebben uitgezwaaid. We toeteren en schreeuwen om ze aan te moedigen voor de laatste mijlen. Ze zwaaien enthousiast terug. 

In Nonsuch Bay gaan we voor anker achter Bird Island, een kruimel van een mooi groen eilandje in helder blauw water. Wat een uitzicht! Het is inderdaad een bijzondere mooie beschutte baai. Even verderop ligt de
Gaia. De volgende ochtend gaan we gezamenlijk snorkelen op het rif dat deze baai afschermt. Er zitten wat mooie visjes maar het meeste koraal is gebleekt en ziet er doods uit. We spotten een barracuda en een rog. Om terug in de bijboot te komen proberen we de bijbootrol. Het lukt! Inderdaad veel makkelijker om in de bijboot te komen. Hou wel je duikbril op om niet proestend met een neus vol water boven te komen. Maar pas op, bij een lichte bijboot kan het gevolg zijn dat je met bijboot en al omrolt.  

Voor de lunch besluiten we naar de volgende baai te zeilen. Het is vlakbij maar vergt lastig navigeren tussen riffen. Het moet daarom midden op de dag zodat je de zon boven je hebt en goed zicht op de kleuren van het water. Zo eye ball-navigeren we via het Spithead Channel, Nonsuch Bay uit en slingeren we ons om koraal eilandjes heen langs Great Bird Island de volgende baai weer in. Er staan een paar stokken, net als de prikken op het Wad, maar die staan heel anders dan op de kaart. Vooral met een goede zonnebril is het diepe water goed van het ondiepe water te
Mooie afsluiting van weer een super dag
onderscheiden. Het was even spannend om de baai in te komen, maar gelukkig weinig wind dus we konden heel rustig onze weg zoeken. En het scheelt natuurlijk dat we maar 90 centimeter diep steken. We lopen niet zo snel vast. We vinden een mooi plekje, alleen in de verte liggen twee 
andere boten. Dit is zoooo mooi, al die kleuren blauw om ons heen. Keerkringvogels als enige rust verstoorders en kleine eilandjes en riffen om met de bijboot te bezoeken. Niet te hard varen om de schildpadden de tijd te geven weg te zwemmen. We liggen om de haverklap in het
water. De temperatuur in het water is een stuk aangenamer dan die op het land. Bij ieder snorkeltochtje zien we nieuwe gekleurde visjes.Vissen in alle soorten, maten en kleuren. Er is meer leven te ontdekken in en boven het water dan aan land. We zijn zo relaxt dat we zelfs een klusje doen, er komt nog een extra anode op de schroefas.


Het duurt twee dagen voor we ons weer los kunnen weken van deze mooie ankerplek. Vanaf Red Head Island varen we naar Horse Channel om de wateren van Antigua te verlaten. Het is een heerlijke zeiltocht van 35 mijl. De hele weg blijft het ongeveer 20 meter diep, Antigua en Barbuda liggen op dezelfde plaat. Meestal betekent de tocht naar een ander eiland ook een ‘sprong’ over een onderwaterkloof van 100-den meters. Beide eilanden vormen ook samen 1 land waarbij alleen een paar erg op rust gestelde mensen in het enige dorpje op Barbuda wonen (1600 mensen als wij daar zijn, een deel is na de orkaan nog niet teruggekeerd).  

Barbuda in zicht
Pas op een afstand van 6 mijl (vlakbij) zien we Barbuda
verschijnen. Het is zo plat als een pannenkoek. Het gebergte met de naam Highlands ligt aan de andere kant van het eiland. Het heeft de schokkende hoogte van 40 meter. Zelfs in Nederland lachen we daar om.
Ruïne van het ooit luxe hotel
We zeilen langs de riffen naar Low Bay. Het water is erg troebel, de riffen zien we alleen door de branding die er op staat. We zien geen enkele bebouwing tot we in Low Bay zijn. Daar staat een voormalig hotel en restaurant. Volledig verwoest door orkaan Irma in 2017. We laten het anker in 4 meter diep ondoorzichtig aquamarijn kleurig water vallen. Het is lang geleden dat we de bodem niet konden zien naast de boot. Het water is opgeklopt door de flinke noordelijke swell die er staat.


s ’Ochtends vroeg varen we naar het strand en maken een lange strandwandeling over het eindeloze strand (bijna 20 kilometer lang). 

Het zand schijnt roze op van de restanten van roze schelpjes die er in 
Eindeloos wandelen over roze strand
zitten. Het is bizar mooi tegen de aquamarijn kleurige water. De swell heeft ons ook opgeklopt dus na de strandwandeling zeilen we terug langs de kust van Barbuda naar Boat Harbour. Het is een kleine pier met baaitje waar ook de veerpont vanaf Antigua aankomt. We ankeren zo ondiep mogelijk om beschutting achter de pier te hebben. We geven 20 meter extra ketting om nog verder terug te zakken zodat de
veerpont geen last van ons heeft. Het ligt redelijk rustig en er is van alles te zien met mensen die af en aan komen bij de wachtende veerboot. Als we aan land komen komt Solomon op ons af, een grote rastafari die vraagt of wij naar de fregatvogelkolonie willen. Hij biedt excursies aan. Inderdaad daar willen wij wel heen en naar het dorp, Codrington, om uit te klaren. Hij regelt gelijk bij zijn vriend de taxi voor morgen. Wij houden de excursie naar de vogels nog even optioneel omdat die voor twee personen wel heel erg duur is.

Als we de volgende dag aan het ontbijt zitten zien we een zeilboot aankomen. Hij vaart recht op het rif voor de haven af. De brekers zijn duidelijk te zien. We roepen hem op via de marifoon maar geen antwoord. We zwaaien heftig en wijzen maar geen reactie op de boot. 2 minuten later vaart hij frontaal op het rif. Hij draait er op en krijgt een
LJS voor anker in een droom
flinke helling. Het lukt ze echter ook om er weer af te komen. Wat een mazzelaars, ze zaten aardig hoog. We konden het goed zien het was nog geen 100 meter bij ons vandaan. Even later komen ze toch via de markeringen de baai in en gaan voor anker. Stef vaart er heen om te kijken of ze hulp nodig hebben. Het is een ouderwetse degelijke langkieler, ze komen er met een paar krassen van af. Ze zijn ook hier om uit te klaren. Komt mooi uit kunnen ze mee in de taxi. Een uur later staan we allen klaar voor Solomon en de taxichauffeur. De Amerikanen hadden nog niet van de fregatvogelkolonie gehoord maar wilden best mee. Mooi, onze excursie in kannen en kruiken. Bij het uitklaren mocht alleen de schipper het douanekantoor in en binnen droeg iedereen handschoenen. Buiten vertelde één van de Amerikanen dat hij over twee weken on-line een praktische vaarcursus moest geven omdat het contact met de leerlingen niet langer mogelijk was. Het waren de eerste gesprekken die wij over corona voerden. Na het uitklaren op naar de haven van Codrington. Deze haven ligt aan de enorme lagune die bijna de helft van Barbuda in beslag neemt. Met de open motorboot van Solomon scheurden we naar de andere kant van de lagune. Hij keek zielig naar de voorbij jakkerende andere boten. Zijn 40 pk haalde het niet bij de 60 of meer van de andere. Zijn 60 pk is verloren gegaan tijdens de orkaan toen de boot in de mangroven was geparkeerd. De boot is de orkaan heel doorgekomen maar de motor niet. Iedereen was van het eiland geëvacueerd en mocht pas na 3 maanden weer terug. Toen had het zoute water al te veel schade aangericht aan zijn motor. Wij waren blij dat we een excursie bij hem deden en zo wat geld in het laatje brachten. Ook z’n huis was nog niet weer volledig hersteld. In het dorp zagen we wel dat alle huizen of een nieuw of geen dak hadden. Onvoorstelbaar wat een verwoesting zo’n orkaan aanricht.

Fregatvogels. Met rode krop de mannetjes, met witte kop zijn jonge vogels
Maar we kwamen voor de fregatvogelkolonie. Dé bezienswaardigheid van Barbuda. Aan de overkant van de lagune komen we tussen de

 
mangroves. Die bomen zitten vol met fregatvogels. Grote zwarte vogels, ze hebben een spanwijdte van meer dan 2 meter. Ze wegen ongeveer een kilo, relatief erg weinig. Het zijn door dit lage gewicht (geen vet) zijn het de enige zeevogels die niet kunnen zwemmen. Ze leven van vissen die ze vliegend uit het water plukken of nog vaker stelen van andere
Vooral in vlucht zijn het schitterende vogels
vogels door die in duikvluchten te bedreigen zodat ze hun buit laten vallen. De fregatvogels plukken die dan uit de lucht en eten het vliegend op. In deze kolonie leven zo’n 20.000 van deze vogels. De mannetjes staan stil op een tak met hun rode krop als een ballon opgeblazen te wachten tot een vrouwtje in ze geïnteresseerd is. Passievere mannetjes komen er in de dierenwereld waarschijnlijk niet voor. De dieren zijn pas na 2 jaar volwassen en blijven lang op het nest. We zien kuikens, pubers en volwassen vogels, alles door elkaar heen. En vooral heel erg veel. Schitterend om te zien. Op de terugweg in de taxi vraagt de taxichauffeur wat wij van corona denken. We denken er nog niet zo veel aan, een ernstige griep vooral. Het schijnt dat zowel de taxichauffeur als de Amerikanen zich al wel wat zorgen maken. (Lang leve het off-line zijn, er gaat wat onrust langs je heen 😉.)


Terug bij de boot gaan we anker op en varen terug naar Low Bay. Het weer is rustiger en het water is er veel schoner dan in deze ‘haven’. Het
is weer een tochtje door onvoorstelbaar blauw water. Het is aquamarijn en ontelbaar veel andere tinten van knal blauw tot fel groen. Je kunt er naar blijven kijken en niet te beschrijven zo mooi. We liggen al vroeg weer voor anker. Het strand zoomt roomwit en licht roze de aquamarijn blauwe zee af. Het is zo mooi dat Manon voor het eerst haar schilderspullen te voorschijn haalt om de kleuren vast te leggen.


Het resultaat van noeste arbeid
Eind van de middag varen we nog even met de dinghy naar het roze strand. Er staan, verlaten van alles, zo maar twee gietijzeren tuinbanken. Gewapend met een sundowner (rum punch) genieten we er van de zonsondergang. Wat een verschrikkelijk mooi leven hebben we zo. Helaas niet op de foto want na al dat moois van de hele dag was de batterij leeg.

De volgende dag varen we naar Sint Barth en vallen, eenmaal weer on-line, vanuit onze droomwereld rauw in de hectiek en angst van corona. Hoe we dat ervaren is reeds eerder in een blog verschenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten